In dit deel: Wie zijn er bij aanwezig/zowel onder de koningen als onder de koninginnen
Prinsjesdagen onder de Koningen:
Bij het openen van de Staten-Generaal nam Koning Willem I de prinsen mee door de straten van Den Haag. Zij konden worden toegejuicht en de naam Prinsjesdag werd voor deze dag in gebruik genomen. Dat hing samen met de positie van de vrouw in de negentiende eeuw. In Groot-Brittannië werd de koning (na 1901) overigens wel begeleid door zijn echtgenote. De koningen Willem I en II werden steeds vergezeld door de kroonprins en soms ook door andere zoons; en Willem II ook door diens broer prins Frederik. Bijzonder daarbij was, dat zij allen steeds zich te paard naar het Binnenhof reden.
De oudste zoon van koning Willem III, kroonprins Willem, was vanaf 1858 aanwezig op Prinsjesdag (hij overleed in 1879). De tweede zoon van Willem III, Alexander, was alleen in 1874 en 1876 bij de openingsplechtigheid. Ook nadat hij door het overlijden van zijn broer kroonprins was geworden, verscheen hij niet (Alexander overleed in 1884). Bij de allereerste opening van de Staten-Generaal (die toen nog maar uit één Kamer bestond) op 2 mei 1814 was niet alleen de vorst, Willem I, aanwezig, maar ook diens tweede zoon prins Frederik. De kroonprins, de latere Willem II, was toen afwezig. Later was het gebruikelijk dat zonen (en broers) van de koning de plechtigheid bijwoonden. Dat gold niet voor de echtgenotes van de koning.
Tussen 1815 en 1848 was het gebruikelijk dat zonen en broers van de koning aanwezig waren op Prinsjesdag. Onder Willem I gingen de kroonprins (de Prins van Oranje) en diens broer, prins Frederik, met hun vader mee in een koets. In 1838 voegde zich ook de kleinzoon van Willem I, de latere koning Willem III, bij hen, en nog weer een jaar later zijn tweede kleinzoon, prins Alexander.
De echtgenotes van Willem I en Willem II, resp. koningin Wilhelmina en koningin Anna Paulowna waren nooit aanwezig. De eerste maal dat Willem III de troonrede voorlas, in september 1849, werd die gebeurtenis bijgewoond door zijn echtgenote en twee zoontjes. Koningin Sophia en de prinsen Willem (9 jaar) en Maurits (6 jaar) zaten echter niet in de zaal, maar volgden de plechtigheid vanuit een loge. Nadat prins Willem (de Prins van Oranje) in 1858 meerderjarig was geworden, zat hij wel naast zijn vader in de zaal. In 1874 gold dat eveneens voor de in dat jaar meerderjarig geworden prins Alexander. Deze laatste zou nadien nog eenmaal, in 1876, aanwezig zijn. Vanaf 1879 weigerde Alexander, die na het overlijden van zijn broer Prins van Oranje was geworden, naar de opening te komen. Hij voerde daarvoor als reden aan dat hij nog te geschokt was door de dood van zijn moeder (in 1877) en van zijn broer (in 1879). Prins Willem had tussen 1876 en 1879 overigens ook al verstek gaan, omdat hij zich in Parijs had gevestigd. Hij had ruzie met zijn vader, omdat die hem toestemming weigerde voor een huwelijk met jonkvrouw Mathilde van Limburg Stirum.
De eerste troonrede werd op 2 mei 1814 door Willem I uitgesproken in de Treveszaal, met de aanhef 'Edel Mogende Heeren!' Vanaf 1849 werd het 'Mijne Heeren', hetgeen in 1918 door de komst van Suze Groeneweg als eerste vrouwelijke lid van de Tweede Kamer niet meer toepasselijk was. Koningin Wilhelmina ving nu aan met: 'Te midden van U, leden der Staten-Generaal'. Vanaf 1927 werd de aanspreektitel ' Leden van de Staten-Generaal' gebruikt. Vanaf 1933 keerde de genitief 'der' weer terug, dat in 1969 weer werd vervangen door 'van de'.
Prinsjesdag met Koningin Emma en Koningin Wilhelmina:
Ten tijde van de regering van koningin Wilhelmina en koningin Juliana gold het zelfde voor prins Hendrik (1901-1933) en prins Bernhard (1948-1979). Koningin las de troonrede voor tijdens haar regentschap voor haar dochter Wilhelmina van 1890-1898.Koningin Wilhelmina vergezelde al in 1897 als 17-jarige (en dus minderjarige) haar moeder. Na beëindiging van haar regentschap in 1898 ging koningin-moeder Emma nog jarenlang mee met haar dochter.
Nadat Koningin Wilhelmina in 1898 gerechtigd was het koningschap op zich te nemen, ging haar moeder mee naar de Balzaal en vanaf 1904 Ridderzaal (de laatste maal in 1932). In 1901 woonde prins Hendrik, die in januari van dat jaar met koningin Wilhelmina was getrouwd, de opening van de Staten-Generaal bij. Hij zou dat ieder jaar tot zijn dood in 1934 blijven doen.
Vanaf 1927 was ook prinses Juliana aanwezig op het podium in de Ridderzaal, nadat zij in april van dat jaar meerderjarig was geworden. In 1938 ging prins Bernhard, die in januari van dat jaar met Juliana in het huwelijk was getreden, mee naar de Ridderzaal. Koningin Wilhelmina zou na haar abdicatie in 1948 niet meer verschijnen op Prinsjesdag.
Prinsjesdag met Koningin Juliana:
In de jaren zestig behoorden de prinsessen Irene en Christina enige tijd tot het gevolg van de koningin. Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven (sinds 1967) zijn steeds aanwezig in de Ridderzaal. Tot de jaren zestig zaten alle aanwezige leden van het koninklijk huis op het troonpodium. Hierna alleen de koningin en de Prins-gemaal. De andere leden zaten en zitten in de zaal. De dochters van koningin Juliana waren vanaf het moment dat zij meerderjarig waren, vaak aanwezig op Prinsjesdag. Beatrix voor het eerst in 1956, Irene van 1958 tot en met 1964, Margriet in 1961 en Christina van 1965 tot en met 1974.
Prinsjesdag met Koningin Beatrix:
Het is gebruik dat de koningin zich bij haar gang naar het Binnenhof laat vergezellen door familieleden. Meestal zat prins Claus, naast zijn echtgenote op het troonpodium. Prinsjesdag 2002 was in enkele opzichten bijzonder. Voor de eerste maal woonde prinses Maxima de plechtigheid bij en het kabinet-Balkenende presenteerde zich voor het eerst met een begroting. Het was verder de eerste keer dat Gerrit Braks de Verenigde Vergadering voorzat. Prinsjesdag 2004 was in een aantal opzichten bijzonder. Het was honderd jaar geleden dat de troonrede voor het eerst in de Ridderzaal werd voorgelezen, koningin Beatrix las voor de vijfentwintigste keer de troonrede voor en de minister-president was afwezig. Premier Balkenende had een ernstige infectie aan zijn rechtervoet en was opgenomen in het ziekenhuis. Hij moest Prinsjesdag vanaf het ziekbed op de televisie volgen. De algemene politieke beschouwingen, die normaliter de woensdag en donderdag na Prinsjesdag worden gehouden, werden een week uitgesteld. Tot de jaren zestig zaten alle aanwezige leden van het koninklijk huis op het troonpodium. Later zaten daar alleen de koningin en prins Claus; de andere leden zaten en zitten in de zaal. Tot en met 2000 vergezelde Prins Claus als regel zijn echtgenote, behalve in 1991 toen gezondheidsredenen dat verhinderde. Ook in 2001 en 2002 moest prins Claus wegens zijn gezondheid verstek laten gaan. Op Prinsjesdag 2002 werd Prins Claus 's middags in het AMC te Amsterdam opgenomen. Daar stierf hij een kleine drie weken later op 6 oktober.
Vanaf 1985 woont prins Willem-Alexander als regel de gebeurtenissen op Prinsjesdag bij. In dat jaar werd hij immers meerderjarig. Een enkele maal kon hij vanwege studie of dienstplicht niet aanwezig zijn. Ook prins Constantijn is meestal aanwezig. Totdat Prins Johan Friso in 2003 zonder toestemming van de Staten-Generaal met mevrouw Mabel Wisse Smit trouwde, was ook hij wel eens aanwezig. In de gouden koets zaten het Koninklijk Paar met hun oudste zoon Willem Alexander. In de gala glasberline zaten Margriet en Pieter en de prinsen Friso en Constantijn.
Prinsjesdag 1991: Zonder Claus en prins Friso, vanwege een aandoening aan de tussenwervelschijf moest Friso absolute rust houden. In de Gouden koets zaten de koningin en de prinsen Willem Alexander en Constantijn. Prinses Margriet en mr. Pieter namen plaats in hun eigen koets. In de Ridderzaal was de zetel naast de koningin weggehaald om niet te accentueren dat prins Claus erbij zou zijn. De laatste jaren gaat prins Claus i.v.m. gezondheidsredenen niet meer mee naar de Ridderzaal en dan zitten de 3 zoons in de Gouden koets bij de Koningin. Prinsjesdag 2002 zitten in de gouden Koets de Koningin, Kroonprins Willem Alexander, prinses Maxima (voor het eerst dat zij Prinsjesdag meemaakt en prins Johan Friso. In de Gala Glasberline zitten prinses Margriet, mr. Pieter van Vollenhoven, prins Constantijn en zijn vrouw Prinses Laurentien In 2001 was prinses Laurentien, die dat jaar met prins Constantijn was getrouwd, als eerste aangetrouwde dochter van een regerend vorstin aanwezig in de Ridderzaal.
Prinsjesdag 2002: voor het eerst is prinses Maxima erbij
Prinsjesdag 2003: Koningin Beatrix, prins Willem Alexander, prinses Maxima, die in verwachting is van haar 1e baby en prins Johan Friso. In de Gala glasberline zitten prinses Margriet, mr. Pieter van Vollenhoven, prins Constantijn en zijn vrouw Prinses Laurentien.
Prinsjesdag 2004 verloopt zonder Prins Johan Friso omdat hij op 24 april van dit jaar zonder toestemming trouwde met Mabel Wisse Smit, waardoor hij zijn rechten op de troon verloor.
Koningin Beatrix en de verdere 'aanwezigen' anno 2008. foto met dank aan Sander Kok
Wat gebeurt er als de koning(in) afwezig is?
In een aantal jaren is het voorgekomen dat niet de Koning(in), maar een minister (meestal de minister-president) de troonrede voorlas. Dat kon te maken hebben met de gezondheid van de vorst(in), zoals in 1889 en 1890 toen koning Willem III ziek was en in 1908 toen koningin Wilhelmina in verwachting was. In 1911 waren er politieke redenen voor de minister-president om zelf de troonrede voor te lezen. De Koningin bleef weg uit onvrede over de herbenoeming van de (zwakke) Tweede-Kamervoorzitter Van Bylandt. Als formele reden gaf ze op dat ze een oefening van het leger wilde bijwonen. Omdat op die derde dinsdag de socialisten een grote demonstratie voor het kiesrecht hielden, dachten veel mensen dat de Koningin om die reden was weggebleven. Vanaf 1923 is de troonrede op Prinsjesdag steeds door de koningin voorgelezen, met uitzondering van 1947. In dat jaar was koningin Wilhelmina afwezig vanwege ziekte en las minister-president Beel de troonrede voor.
(Met dank aan Anja van der Steen)