Deel 1, thema: 'Oranjes in oorlogsjaren'
Nederland heeft 3 oorlogen meegemaakt, de 80-jarige oorlog van 1568 tot 1648, de 1e Wereldoorlog van 1914 tot 1918 en de 2e Wereldoorlog van 1940 tot 1945. In al die oorlogen waren er ook Oranjes, waar waren zij op de momenten van de oorlog en wat was hun rol tijdens de oorlog? Bemoeiden ze zich ermee? Steunden ze het volk? Vochten ze mee? Of lieten ze niks van zich horen? In de komende 3 delen krijgen we op o.a. die vragen antwoord.
In dit deel: De 80-jarige oorlog van 1568 tot 1648
De 80-jarige oorlog (in de moderne geschiedschrijving ook wel DE OPSTAND of DE NEDERLANDSE OPSTAND genoemd) is de naam voor een opstand en strijd in de Nederlanden, met het Twaalfjarig Bestand in de jaren 1609-1621. Deze oorlog begon als opstand van een van de rijkste gebieden van Europa tegen het machtigste rijk in Europa, het Spaanse Rijk onder Filips II. Aanvankelijk trokken de uit zeventien gewesten bestaande Lage Landen min of meer gezamenlijk op, om een combinatie van religieuze, bestuursrechtelijke en fiscale redenen.
Als in 1568 de 80 jarige oorlog van start gaat heeft de 35 jarige prins Willem van Oranje de macht in Nederland. Willem was aanvankelijk stadhouder voor de koning van Spanje doch later de initiator, opstandelingenleider van de Opstand tegen de heer der Nederlanden, Filips II. (Heer der Nederlanden) was de titel van de vorst die het gezag had over de zeventien gewesten van de Nederlanden. De titel ontstond in 1549 na de Pragmatieke Sanctie en verviel toen de Nederlanden in opstand kwamen tegen het bewind van Filips II. Uiteindelijk hebben maar twee Spaanse koningen deze titel gedragen: Karel V en Filips II.) De Opstand staat bekend als de Tachtigjarige Oorlog en leidde tot een onafhankelijk Nederland.Een politieke uitspraak van Willem van Oranje was: “Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun onderdanen willen heersen en hen de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen.” Willem deed deze uitspraak op 31 december 1564 in de Raad van State om het conflict met Filips II te verwoorden.De lijfspreuk van de prins was” Je maintiendrai “(Ik zal handhaven). Aan het eind van zijn leven breidde de prins deze uit:” Je maintiendrai l'honneur, la foy, la loi de Dieu, du Roy, de mes amis et moy” (Ik zal de eer, het geloof en de wet van God, van de koning, van mijn vrienden en mij handhaven).Door het huwelijk met Gravin Anna van Buren vergrootte Willem van Oranje zijn belangen in de Nederlanden. De Nederlanden bestonden in die tijd uit 17 gewesten. Keizer Karel V was heer over die 17 gewesten.
De ster van de jonge prins Willem rees gestadig aan het hof van Karel V. Hij was een van de belangrijkste edelen aan het hof. Toen Karel op 25 oktober 1555 terugtrad als koning van Spanje, keizer van Duitsland en heer der Nederlanden, leunde hij bij deze plechtigheid op de schouder van de 22 jaar jonge prins. Hieruit sprak een groot vertrouwen van Karel V in Willem van Oranje. Tegen zijn zoon Filips II zei Karel over prins Willem:” Houd deze jongeman in ere, hij kan je waardevolste raadgever en steun zijn.” In deze tijd openbaarde Willem van Oranje zich als trouw zoon van de rooms-katholieke Kerk. In 1556 werd Willem ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Mede in verband met de oorlog tegen Frankrijk kreeg Willem van Filips belangrijke diplomatieke opdrachten. Daardoor leerde hij de groten van Europa kennen. Hij ontmoette de keizer van Duitsland, de koning van Frankrijk en was samen met de hertog van Alva een van de belangrijkste raadsheren van Filips. Toch boterde het niet echt tussen Filips en de Nederlandse adel. Filips maakte liever gebruik van zijn Spaanse raadgevers (bijvoorbeeld Ruy Gomez en Granvelle). Toen Filips in het najaar van 1559 naar Spanje vertrok, was in de Nederlandse adel eigenlijk niemand daar echt rouwig om. Volgens niet geheel bevestigde bronnen zou hij prins Willem bij het afscheid hebben toegevoegd: “Niet de Staten, maar gij, gij, gij”. Dit wijst op een gebrek aan vertrouwen tussen prins Willem en koning Filips.
In juni 1559 zou Willem van Oranje in verband met de vrede tussen de Hendrik II van Frankrijk en Filips II – het zogenoemde Verdrag van Cateau-Cambrésis – een ontmoeting hebben gehad met de Franse koning. De beide vorsten zouden deze vrede hebben gesloten om in Frankrijk en de Nederlanden met instemming van de paus de lutherse ketterij flink aan te pakken. Filips II benoemde in 1559 Margaretha van Parma tot landvoogdes voor de Nederlanden, wat zij zou blijven tot haar aftreden in 1567 vanwege de komst van Alva, die een eind zou maken aan haar verzoeningsgezinde beleid. De achterdocht van Filips II tegen prins Willem werd bovendien gevoed door Willems huwelijk na het overlijden van Anna van Egmond in 1558 met Anna van Saksen op 24 augustus 1561. Anna was een dochter van de keurvorst van Saksen, Maurits van Saksen. Door dit huwelijk kreeg prins Willem belangrijke relaties onder de Duitse vorsten. Uit het oogpunt van weer familiebelangen was dit huwelijk nauwkeurig overwogen; de keurvorst echter was wel luthers. Willem van Oranje was in deze tijd weliswaar nog steeds rooms-katholiek.
Na 1560 begon voor prins Willem de moeilijkheden. Hij kwam steeds vaker in conflict met de Spaanse machthebbers. De eerste jaren was hij nog machtig genoeg om zijn wil door te drukken. In mei 1567 besloot hij uiteindelijk nadat het volk een jaar eerder in opstand kwam en na een lange hongerwinter te hebben doorgemaakt, Nederland te verlaten en hij trok naar zijn familie op Dillenburg in Duitsland. Te Dillenburg probeerde Willem geld in te zamelen om een huurleger op de been te brengen om de Spanjaarden te bestrijden en met succes. De Slag bij Heiligerlee, onderleiding van zijn broer Lodewijk wonnen zij.
Het conflict tussen Filips en prins Willem was een feit. De aanloop naar de Opstand was begonnen. De rede van prins Willem op 31 december 1564 behoort tot de hoogtepunten in de Nederlandse geschiedenis. Slechts delen van deze rede zijn echter bewaard gebleven. Op 25 december 1565 werd het Verbond der Edelen opgericht. Willem wachtte de komst van Alva echter niet meer af en vluchtte in april 1567 met zijn gezin naar Duitsland. Alleen zijn zoon Filips Willem bleef achter in Leuven, waar hij studeerde. De stadhouders en de hoge adel hadden onder Karel V en zijn zus, landvoogdes Maria van Hongarije, veel van hun macht moeten inleveren ten bate van ambtelijke juristen. Na het aantreden van Margaretha van Parma als landvoogdes richtte de hoge adel, Oranje, Egmont en Horne, zich vooral tegen haar adviseur Granvelle. Op 23 juli 1561 schreven Oranje en Egmond hun eerste protestbrief aan Filips. Nadat er een jaar later geen verandering was opgetreden, sloten zij zich aaneen in de Liga tegen Granvelle. In 1563 sloot Horne zich aan bij de tweede protestbrief. In 1564 wisten ze Granvelle weg te werken, waarna hun invloed op de landvoogdes toenam. Hierna konden zij zich weer meer richten op de godsdienstkwesties.
Filips II stelde op 29 november 1566 de Hertog van Alva aan als Landvoogd in de Nederlanden, die als bijnaam de ijzeren Hertog had, een naam die hij eer aandeed gezien zijn brute en harde optredens. In 1575 trouwde prins Willem met Charlotte de Bourbon. Door met deze Française te trouwen hoopte de prins steun te verwerven in Frankrijk. Charlotte, verwant aan het Franse Koningshuis, was opgegroeid in de abdij, die zij in 1572 moest verlaten i.v.m. haar Calvinistische levensovertuiging. Het huwelijk was ondanks constante onveiligheid en omzwervingen voor beiden een gelukkige tijd. Charlotte schonk hem 6 dochters en zij nam ook de zorg op zich van al zijn stiefkinderen. Kort na de geboorte van hun 6e dochtertje raakt Willem zwaar gewond bij een aanslag in Antwerpen; het was maart 1582. De spanning en de druk van de verzorging putten Charlotte zo uit dat ze de nodige weerstand miste om een zware longontsteking te boven te komen. Op 5 mei 1582, een paar dagen nadat de prins was hersteld, overleed zij op 36 jarige leeftijd. Een jaar na de dood van Charlotte, trouwde de prins met Louise de Coligny. De inzegening verliep niet geheel probleemloos. Iedereen had eigenlijk schoon genoeg van zijn Fransgezinde politiek, maar Willem gaf blijk te geven in zijn streven naar de Franse steun. Op 29 januari 1584 werd hun zoon geboren: Frederik Hendrik. Na 1576 groeiden de noordelijke en zuidelijke Nederlanden steeds meer uit elkaar en tijdens de oorlog ontstond in 1581 de noordelijke Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In 1585 bezegelde de Val van Antwerpen de scheiding van Noord en Zuid. Een hechte eenheid was er overigens nooit geweest. De Zuidelijke Nederlanden bleven onder het bewind van een landvoogd die door de koning van Spanje benoemd werd. Het katholicisme bleef daar de enige toegestane godsdienst. Het beleg van Antwerpen tijdens de Tachtigjarige Oorlog duurde veertien maanden en eindigde met de val van Antwerpen op 27 augustus 1585.
Terwijl Leiden werd belegerd door de Spaanse troepen in 1573 lag prins Willem zwaar ziek op bed, uitgeput. De prins genas vlak voordat Leiden werd ontzet.
De herstelde Willem kwam persoonlijk naar Leiden en schonk de stad als beloning een universiteit waar vele Oranjes hebben gestudeerd. Leidens ontzet of Leids ontzet wordt nu nog jaarlijks in Leiden gevierd ter herdenking van de belegering van deze stad tijdens de Tachtigjarige Oorlog en het ontzet op 3 oktober 1574. Jaarlijks vinden in de ochtend de reveille en de traditionele uitreiking van gratis haring en wittebrood in De Waag plaats; is er 's middags een grote optocht en 's avonds wordt het feest afgesloten met een vuurwerkspektakel. De grote kermis en de feestelijke warenmarkt gaan 1 of 2 oktober al open. Tijdens de 350-ste viering van Leidens Ontzet op 3 oktober 1924 onthulde Koningin Wilhelmina een monument ter ere van de helden van 1574. Het monument aan het Plantsoen draagt de beeltenissen van Prins Willem van Oranje, Pieter Adriaansz. van der Werff (burgemeester), Jan van Hout (stadssecretaris), Jan van der Does (legeraanvoerder) en Louis Boisot (geuzenvlootadmiraal).Op 3 oktober 1974 vond het vierde eeuwfeest plaats, dat zes dagen duurde. Ter gelegenheid hiervan bezochten Koningin Juliana en Prins Bernhard de stad om de viering mee te maken.
De eerste twintig jaar van de oorlog was de situatie voor de opstandelingen vrijwel steeds somber of wanhopig, maar rond 1590 keerde het tij van de oorlog definitief ten gunste van de Republiek. Onder de bekwame leiding van prins Maurits maakte de uiteindelijke triomf mogelijk van de Republiek, die zich ontwikkelde tot een wereldmacht. Prins Maurits wilde het levenswerk van zijn vader voortzetten als zijn vader wordt doodgeschoten in 1584 door Balthasar Gerards. Voor de calvinisten was het ook de tijd waarin hun politieke invloed groter dan ooit ervoor of erna was en de nauwe band die er met het Huis van Oranje ontstond. Prins Maurits werd vooral beroemd vanwege het succesvol belegeren van steden, zoals o.a. de list met het Turfschip van Breda, één van de bekendste voorvallen uit de Tachtigjarige Oorlog. Het leidde tot de inname van Breda op 4 maart 1590 en was niet alleen een militaire, maar vooral ook morele overwinning voor de troepen van prins Maurits.
Ook de Slag bij Nieuwpoort in 1600 was een grote overwinning voor prins Maurits.
25 jaar later komt de prins te overlijden en hij wordt opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik, die nog net trouwde voor zijn dood met Amalia van Solms. Prins Maurits maakt nog wel het Twaalfjarig Bestand mee van 1609 tot 1621. Dit bestand was een wapenstilstand gedurende de 80 jarige oorlog waarin niet of nauwelijks door de opstandelingen in de Republiek en de Spanjaarden werd gevochten. Frederik Hendrik stond bekend als de stedendwinger. Een bijnaam die hij had te danken als opperbevelhebber (Kapitein-generaal) van het leger gaf hij, evenals Maurits, voorkeur aan het belegeren van steden boven het beslissende veldslagen, aangezien de Spaanse infanterie nog altijd zeer geducht was. Verschillende paleizen in Nederland zijn in Frederiks opdracht gebouwd en verbouwd; onder andere liet hij Huis ten Bosch, Huis ter Nieuburch en Huis Honselaarsdijk bouwen, ook verbouwde hij paleis Noordeinde. In Huis ten Bosch is de Oranjezaal aan Frederik Hendrik opgedragen. Een wandschildering, getiteld Frederik Hendrik de Triomfator, laat de stadhouder zien als overwinnaar van zijn vijanden. Frederik Hendrik en Amalia streefden ernaar om te worden opgenomen in de familie van Europese vorstenhuizen. Zij hadden het tij mee, want gedurende het bewind van de prins steeg de Hollandse welvaart explosief. Het prinselijk paar wist voor zijn kinderen voorname huwelijken te sluiten. De erfprins huwde Maria Stuart, dochter van koning Karel I van Engeland, en Louise Henriëtte werd erfprinses van Brandenburg. Albertine Agnes huwde een Friese Nassau. Via haar stamt de huidige koningin Beatrix gedeeltelijk af van Willem van Oranje. Na zijn dood volgde prins Willem II hem op.
De Vrede van Munster op 30 januari 1648 betekent het einde van de Tachtigjarige Oorlog. De Spaanse koning erkent de 'Verenigde Nederlanden' als vrije en soevereine staat.
(Met dank aan Anja van der Steen, foto's , Rijksmuseum e.a.)