WATERSNOODRAMP 1953: Koningin Juliana bij plaatsing laatste caisson Ouwerkerk | De Oranjes

maandag 6 november 2023

WATERSNOODRAMP 1953: Koningin Juliana bij plaatsing laatste caisson Ouwerkerk

Nachtelijke werkbezoeken komen in de geschiedenis van het Koningshuis maar nauwelijks voor, maar zeventig jaar geleden was Koningin Juliana graag getuige hoe het laatste caisson bij Ouwerkerk werd geplaatst. “De dijken zijn dicht. Het einde van de ramptoestand is in zicht” aldus de koningin. 


In 1953 bracht Koningin Juliana ontelbare bezoeken aan het rampgebied van de Watersnoodramp. De Koningin was ook nauw betrokken bij de herstelwerkzaamheden. Samen met minister-president Drees zag ze in de historische nacht van 6 op 7 november hoe het laatste caisson bij Ouwerkerk aan de grond werd gezet; daarmee was de laatste bres van de stormvloed van 1 februari gedicht. De watersnoodramp had grote gaten in de dijken geslagen. Om deze te dichten, werden betonnen caissons gebruikt. Vier Phoenix-caissons sloten het dijkgat bij Ouwerkerk af. In deze caissons kwam in 2001 het Watersnoodmuseum. Om drie minuten voor twaalf begonnen de sirenes van een vloot aan schepen die om de caissons heen lagen te juichen, alle sirenes van de talloze schepen, die óf aan de sluiting van het laatste dijkgat hadden medegewerkt, óf toeschouwers hadden aangevoerd. 

Koningin Juliana hield de volgende dag, op 7 november, een toespraak: 

“Landgenoten, De dijken zijn dicht. Het einde van de ramptoestand is in zicht, wij verwachten dat ons grondgebied binnen korte tijd herwonnen zal zijn. Op dit ogenblik mogen wij elkander gelukwensen. De ramp bleek groter dan er ooit tevoren in onze geschiedenis één is geweest. Een heel leger van voortreffelijke vaklieden en geoefende soldaten werd voor deze strijd uitgerust, met een staf van uitnemende ingenieurs en theoretici en met een enorm arsenaal aan materiaal. Omvangrijk waren de voorbereidingen. Toch waren er in Februari reeds 33 stroomgaten gedicht, in Maart 53, en in Augustus 67. Dikwijls liep het mee, zoals bij de dichting van het reusachtige gat bij de Schelphoek. Vaak ook waren er tegenslagen, waarvan die bij dit laatste gat, bij Ouwerkerk, het zwaarste was, zodat toen een heel nieuw plan werd vereist, en uitgevoerd. Thans is ook dit laatste gelukt en met vertrouwen wacht ons volk op de afwerking en voltooiing van heel het werk – op het verdere herstel der dijkbeschadigingen en het droogpompen, waarmee het stadium van de wederopbouw voor het toekomstige leven van alle delen van het rampgebied wordt bereikt. De overwinning is groot en groot ook is ons aller dankbaarheid jegens die velen, de met uiterste inspanning van lichaam en van geest hebben gestreden, volgehouden en overwonnen, en boven dat alles uit jegens God, Die ons deze overwinning in handen gaf. Hoe klein is de mens tegenover de krachten der natuur wanneer die hem even iets van hun volle kracht mogen tonen. Hoe kunnen enige kubieke meters water soms reeds niet al zijn levensgeluk verwoesten. Maar ook, hoe groot kan hij zijn, wanneer het beste in hem wordt opgeroepen; wanneer hij in tegenspoed zich weet schrap te zetten en te strijden, en geestelijk zo al niet stoffelijk sterker blijkt dan wat hem belaagt, in het geloof, dat God, hoe dan ook, eenmaal alles ten goede zal doen keren. De slagen aan ons grondgebied en aan onze welvaart gebracht, zullen worden hersteld, maar de wond in veler hart is nog open. Alleen de grote oppermachtige Heelmeester kan evenals ons land, ook ons leven vernieuwen. Wanneer een ramp als deze dit alles heeft verwoest, dan mogen wij de bezoeking waarmede wij worstelen niet laten voorbijgaan, tenzij dat die ons zegent.”

1 opmerking:

  1. Mooi weer die oude beelden, daar houd ik wel van, dat weet je. niet mooi dat die ramp is gebeurd., maar ja, het is nu eenmaal gebeurd. Persoonlijk heb ik die ramp niet meegemaakt, want ik was er toen nog niet. (Gelukkig) ben ik nog niet zo oud.

    BeantwoordenVerwijderen