Prinses Juliana in 1940 | De Oranjes

vrijdag 9 maart 2018

Prinses Juliana in 1940

1939 sloot Juliana af met een toespraak waarin ze zei dat er veel leed in de wereld is, al vermoedend (of juist niet) dat het in 1940 ook in Nederland niet veilig meer zou zijn. Tot half mei was Juliana met haar gezin nog in Nederland, maar daarna zou ze haar land voor járen moeten missen.




Terwijl Koningin Wilhelmina begin januari intensief de oorlogsberichten volgt en plannen maakt voor het geval er onverhoopt een Duitse inval zal plaatshebben, wordt er ook genoten van de voordelen van de strenge winter. Samen met Wilhelmina en de kleine Beatrix maakt Juliana eind januari een tocht per arreslee door het Haagse Bos. Eerder die maand heeft ze diverse keren geschaatst en zelfs door de duinen van Wassenaar aan 'langlaufen' gedaan. Op 21 april woont Juliana nog samen met Bernhard de voetbalwedstrijd Nederland-België bij in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Nederland wint met 4-2. Zo'n week later verschijnt Juliana op haar eigen verjaardag weer in het openbaar. Er wordt een rijtoer gemaakt door Den Haag en ook haar twee dochters, Beatrix en Irene, zijn erbij. Twee dagen later wordt er opnieuw feest gevierd in Noordwijk, waar Prinses Juliana en Prins Bernhard het bloemenfeest bijwonen. Een legervoertuig met kanon is dan nog opgesierd door bloemen. Ook een dag later verschijnen Juliana en Bernhard nog in het openbaar. Op het landgoed Duinrell in Wassenaar vind een militaire cross country plaats voor officieren van het Eerste Leger corps. Eén van de deelnemers is Prins Bernhard met zijn paard Bunny. De spanning is op dat moment om te snijden in het land. In april inspecteerde Wilhelmina de schuilkelders al van zowel Huis ten Bosch als Noordeinde.

Op de avond van 9 mei is het zover en brengt het prinselijk gezin de eerste nacht door in de schuilkelder onder Paleis Huis ten Bosch. De Duitse inval werd namelijk binnen enkele uren verwacht. Op 10 mei trekken inderdaad de Duitse troepen Nederland binnen. Vanuit de schuilkelder onder Huis ten Bosch worden het prinselijk gezin en Koningin Wilhelmina overgebracht naar de kleinere schuilkelder bij Paleis Noordeinde. De veiligheid zou hier beter zijn. Beatrix en Renee Röell, het dochtertje van de secretaris van Prins Bernhard, worden beziggehouden met poppen. In de kleinere schuilkelder is het druk; behalve Koningin Wilhelmina en het prinselijk gezin zijn ook zuster Feith (de verzorgster van de prinsesjes), de moeder van Renee, en de heer Vos van Steenwijk (secretaris van Juliana) aanwezig. Omdat er geen radio in de schuilkelder is, komt Prins Bernhard af en toe de laatste berichten overbrengen. Daarop worden de details voor het vluchtplan naar Engeland uitgewerkt. Uniek is de foto die op 10 mei gemaakt werd net buiten de schuilkelder. Prinses Juliana zit op de rand van de kelder met Irene op schoot, naast haar zit zuster Feith. Prinses Beatrix loopt met haar pop rond, en op de achtergrond zit Renee met haar moeder. Bij de muur van de ingang van de kelder staat een stengun - een Britse 9mm-pistoolmitrailleur die tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koreaanse Oorlog veel werd gebruikt door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk en het Britse Gemenebest. Op 12 mei werd het vluchtplan uitgewerkt. Een geblindeerde auto van de Nederlandse Bank reed de binnenplaats van het paleis op. Koningin Wilhelmina blijft (tijdelijk) achter en zou op 14 mei alsnog naar Engeland reizen. Via IJmuiden bereikt het gezelschap Engeland. Ze logeren er enkele dagen bij de Nederlandse gezant. Op 14 mei maakten Prinses Juliana en Prins Bernhard een wandeling door Londen met een gekregen kinderwagen. Een rustige wandeling werd het niet, want fotografen volgden hen op de voet.
Foto: RVD

31 mei werd Irene gedoopt in de kapel van Buckingham Palace. Aangezien de historische doopjurk nog in Nederland was, droeg het prinsesje een doopjurk uit de winkel. Het is dan inmiddels ook al duidelijk dat het in Engeland niet lang veilig meer is. Op 2 juni stapten Juliana, Beatrix en Irene, in gezelschap van Martine en Renée Röell, Sophie Feith, De Vos van Steenwijk en zijn vrouw, lijfwacht Cees Sesink, inspecteur van politie Welbergen en nog een veiligheidsagent in Milford Haven, het zuidelijkste puntje van Wales, aan boord van de Hr. Ms. Sumatra. Het gezelschap werd uitgezwaaid door Prins Bernhard. Voor de oude kruiser uit voer het nieuwe oorlogsschip Jacob van Heemskerk. De overtocht duurde negen dagen. Op het dek van het schip werden de kinderen dagelijks beziggehouden met speelgoed. Na de lange overtocht, stond er in Halifax een speciale treinwagon klaar om het gezelschap naar Ottawa te brengen. In de Canadese hoofdstad nam Juliana tijdelijk intrek in de Seigniory Club. Het grootste deel van de oorlog zou Juliana met haar dochtertjes doorbrengen in villa Stornoway, in de buitenwijk van Ottawa, Rockcliffe.

3 opmerkingen:

  1. Wat heb je dit weer leuk gedaan met schattige mooie foto's erbij. Wederom genoten en met heel veel plezier gelezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De pistoolmitrailleur op de foto is geen Stengun (die zou pas in 1941 worden ontwikkeld), maar een Duitse Erma, kaliber 9 mm, uit begin jaren '30. Het moet het privé-wapen van prins Bernhard zijn geweest; in het Nederlandse leger waren geen pistoolmitrailleurs in gebruik. Het wapen heeft de oorlog overleefd.

    BeantwoordenVerwijderen