30 april 1980: Inhuldiging Koningin Beatrix | De Oranjes

donderdag 30 april 2020

30 april 1980: Inhuldiging Koningin Beatrix

Het is vandaag precies 40 jaar geleden dat Koningin Beatrix ingehuldigd werd. 



Op de 42e verjaardag van Beatrix – 31 januari 1980 – liet Koningin Juliana via een televisietoespraak weten haar functies als Koningin neer te leggen:  “Bij iedereen die oud wordt doet vroeger of later het nuchtere feit zich voor dat de krachten gaan afnemen en dat zo iemand zijn taak niet meer kan volbrengen als voorheen. Dan komt er een moment dat het ook niet meer verantwoord is die langer uit te oefenen. Zo voel ik dat voor mij het ogenblik nadert mijn taak als uw Koningin neer te leggen.” 

Zowel het tekenen van de abdicatie als de inhuldigingsceremonie vonden beiden op 30 april plaats, waardoor er met een traditie gebroken werd. Nog ruim voordat de Koningin de akte van abdicatie ondertekende werden er vanaf het marinefregat Hare Majesteit de Ruyter Saluutschoten afgevuurd. Ook op de Dam was het al vroeg druk; mensen stonden in spanning af te wachten tot de oude en de nieuwe Koningin op het balkon zouden verschijnen. Helaas vormde Amsterdam die dag ook het decor voor krakersrellen. Onder het motto ‘Geen woning, geen kroning!’ gingen veel mensen de straat op, deels om te protesteren tegen de woningnood, maar ook met het plan de inhuldiging te verstoren. De camera’s – die voor het eerst bij de ondertekening aanwezig mochten zijn – lieten goed de emotie bij Juliana zien, en de band tussen moeder en dochter. Tijdens de bijeenkomst hadden ze regelmatig fluisterende onderonsjes en pakken ze elkaars hand. Het is precies 6 minuten over 10 als Juliana de akte ondertekend en Beatrix automatisch de nieuwe Koningin is.


De akte van abdicatie
Als Juliana en Beatrix samen met Bernhard en Claus rond 11 uur op het balkon verschijnen is de herrie in de stad goed te horen. Ook de geluidsinstallatie werkt niet helemaal zoals het zou moeten. Juliana probeert de mensen stil te krijgen. Maar een vinger voor haar mond helpt niet. Kloppend op de microfoon zegt ze: “Even vragen stil te zijn”. Ze besluit dan toch maar de microfoon beet te pakken en luid en duidelijk te zeggen: “Zojuisssst….Zojuisst, heb ik afstand gedaan van de regering. Ik stel u hier Beatrix voor. Uw nieuwe Koningin! Ik ben blij mijn taak aan haar over te dragen, want die komt in goede handen. Evenmin als ikzelf destijds heeft ze om deze zware opgave gevraagd. Maar hoezeer zij er ook tegenop heeft gezien, zij ervaart het met veel toewijding. Gelukkig is ze jong, en levenskrachtig genoeg om de uiterst moeilijke tijden waarin wij verkeren de moed op te brengen die nodig is om te beginnen. Wij gaan allen samen de toekomst tegemoet. Met al z’n moeilijkheden en mogelijkheden. Allen samen met Koningin Beatrix!” 




Na haar toespraak, kuste ze haar dochter die vervolgens boven de dreigende geluiden probeerde uit te komen. De prinsjes Willem-Alexander, Friso en Constantijn keken ondertussen met enkele neefjes door een raam van het paleis naar buiten. Ze zijn in afwachting van hun taak om te ‘zwaaien’, maar eerst hield Koningin Beatrix haar toespraak die ze vooral aan haar moeder richtte. “U zult begrijpen, dat ik de behoefte heb mij allereerst tot mijn moeder te richten. Lieve moeder, in de bijna 32 jaar dat u Koningin bent geweest, en zich ten dienste heeft gesteld, heeft u zich ten dienste gesteld voor uw medemens. Diep dankbaar ben ik u dat u met vader naast u in al die jaren voor het land heeft gedaan. Ik kan alleen maar hopen dat mij de kracht geschonken wordt om het koningschap uit te oefenen op een manier die in de lijn ligt van uw wijsheid en uw medemenselijkheid op een manier die uw waardig is. U bent niet alleen mijn moeder, u bent ook mijn voorbeeld. Op de plaats waar u het eerst als Koningin Juliana verscheen, roep ik u nu van harte toe nog vele jaren van geluk en voldoening als Prinses Juliana. Als uw nieuwe Koningin wil ik op dit moment maar enkele woorden zeggen. Met ernst heb ik mij voorbereid op deze zware taak en ik besef dat er veel van mij gevraagd zal worden. Toch wil ik deze functie aanvaarden als een grote en mooie opdracht. Mijn uiterste best zal ik doen om mij met steun van mijn man het vertrouwen waardig te tonen dat velen mij vandaag schenken. Moge eendracht de basis zijn waarop ook in een moeilijke toekomst onze samenleving in rijke verscheidenheid kan bloeien. Wat mij aan krachten is geschonken zal ik aanwenden om die eendracht de bevorderen . Geen ander streven heb ik om mij in te zetten voor uw en voor ons hele volk. En het land te dienen. Leve Nederland!” Na de woorden van de Koningin verlieten Prinses Juliana en Prins Bernhard het balkon om plaats te maken voor Prins Willem-Alexander, Prins Friso en Prins Constantijn. De prinsjes zwaaiden, maar kregen de instructie van hun moeder eerst even stil het Wilhelmus aan te horen.

’s Middags schreed Koningin Beatrix onder de pergola met de traditionele visnetten van het paleis naar de kerk. Beatrix droeg een witte japon waar ze het Grootkruis van de Militaire Willemsorde op had gespeld. Als Koningin was ze automatisch grootmeester van deze onderscheiding geworden. Om haar schouders ontbrak uiteraard niet dé Koningsmantel die ook dit keer ‘gerepareerd’ moest worden. Toen Beatrix’ vaste couturier – Theresia Vreugdenhil – een half jaar voor de inhuldiging de mantel onder ogen kreeg bleek de mantel weer in zeer slechte staat te zijn. Ook nu was al die tijd de mantel weer bewaard in een ijzeren kist waar de koningsmantel om een staaf opgerold in lag. Het fluweel was gekreukt en het bont flink verkleurd. Er kwam een nieuwe pelerine van hermelijn en in de voering werden zelfs stukken uit een oud jasje van een van Vreugdenhils klanten gezet; dit omdat het kleurverschil dan niet te zien zou zijn. Terwijl alles ‘vredig’ leek te verlopen leek Amsterdam in de oorlog te zijn beland. De politie kreeg het steeds moeilijker om de krakers niet naar de Dam te laten gaan, en op de achtergrond waren sirenes overduidelijk te horen. Via de westelijke ingang waren inmiddels alle gasten (met een flinke afvaardiging uit Buitenlandse Koningshuizen) al ruim op tijd gearriveerd. Ze werden al een paar uur tevreden gehouden met muziek van het Hollands Koperkwartet, de Maastreechter Staar, het Amsterdams Kamerorkest, en het orgelspel van Simon Jansen. Precies om 15.00 uur klonk er “De Koningin!” en liepen Koningin Beatrix en Prins Claus – muzikaal omlijst door het Wilhelmus – langs de credenstafel naar het troonpodium. Ze zou  het podium pas weer afkomen na de toespraak en de eed.

Terwijl de Koningin het stapeltje papier waar haar toespraak op uitgeschreven stond ontrolde, waren de sirenes wederom goed te horen. Op dat moment liepen de rellen steeds meer uit de hand. Maar als de Koningin begint te spreken, lijkt alles even vergeten: “Leden van de Staten-Generaal, Al wat ons volk ervaart als juist, rechtvaardig, nationaal, wordt in ons staatsbestel getoetst aan Uw vertrouwen. Vertrouwen van volk en parlement is ook de grondslag van de constitutionele monarchie. Niet macht, persoonlijke wil of aanspraak op erfelijk gezag, maar slechts de wil de gemeenschap te dienen, kan inhoud geven aan het hedendaagse koningschap. In die geest zijn wij bijeengekomen om aan elkaar in oude woorden, beloften af te leggen. Het Nederlandse volk zal ik zweren, dat ik de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven; Gij, vertegenwoordigers van ons volk, ontvangt mij thans als Koning. Mijn eed zal dan ook naar de geest van het Statuut, tevens het volk der Nederlandse Antillen gelden. Het verheugt mij, dat afgevaardigden ook uit dit deel van het Koninkrijk hiervan getuigen zijn. In onze wederzijdse beloften ligt echter meer besloten. Daarin schuilt alles wat een goed Koning en een goede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen. Met het vaste voornemen dit 'alles' letterlijk te nemen, sta ik voor U, bereid en open. Dit ambt is niet verworven. Het is een functie waar geen mens om vragen zou. Waarvan wel zichtbaar is de uiterlijke glans, maar veelal niet de last en zelfbeperking zonder onderbreken. Toch sta ik hier, wel voorbereid, maar ook onwetend waarheen de weg ons voert. U vraag ik om Uw steun en in U het Nederlandse volk om zijn vertrouwen. Voor de vervulling van de mij opgelegde taken beloof ik U de volle inzet, volgens de hoge eisen van het ambt. Ik ken mijn opdracht: te handelen buiten eigen voorkeur en te staan boven partij- en groepsbelangen. Die opdracht wil ik vervullen naar plicht en geweten, vanuit het vast geloof dat God mijn leven leidt. 


Lieve Moeder, Wanneer iets mij in Uw rede bij Uw inhuldiging als Koningin Juliana heel bijzonder heeft getroffen, dan is het wel de zin waarin U met nadruk vaststelde dat voor een Koningin haar taak als Moeder even belangrijk is als voor iedere andere Nederlandse vrouw. Niet alleen voor mij, voor ons Uw dochters, maar voor het hele Nederlandse volk bent U een moeder geweest! Wijsheid, vredelievendheid en godsvertrouwen waren de fundamenten, waarop U ons land 32 jaar lang heeft gediend. Hoe U Uw taak als Koningin heeft opgevat - vol plichtsbetrachting en diepmenselijke belangstelling - heb ik van dichtbij mogen meemaken. Uw onwankelbaar geloof was U een sterke steun, ook wanneer tegenslagen U niet bespaard bleven. Steeds was U geduldig, mild, aanvaardend en in Uw gróte hart werd veel bewaard. U wist Uw opdracht inhoud te geven in bescheidenheid en met volledige wegcijfering van Uzelf. Vandaag weet ik mij de tolk van alle Nederlanders in en buiten het Koninkrijk, die U willen danken voor de bijzondere wijze, waarop U zich gedurende zoveel jaren aan ons aller belang heeft gewijd. Met name noem ik de bewoners van de Nederlandse Antillen, wier land onder Uw Regering een nieuwe plaats heeft ingenomen in het Koninkrijk. Ook hun warme genegenheid heeft U ervaren - en beantwoord. Lieve Moeder, vandaag is Uw geboortedag. Uit diepe, diepe dankbaarheid voor alles wat wij van U ontvingen, zal deze dag - ook in de toekomst-verbonden blijven met Uw wijsheid. Uw medeleven. Uw Moederliefde, want deze dag zal blijven: Koninginnedag! “ Dan ontstaat er een luid applaus in de kerk en pakt Juliana haar zakdoek..



Koningin Beatrix vervolgt: “ Als ouders heeft U beiden. Vader en Moeder, in verbondenheid Uw kinderen op weg geholpen. In de oorlogsjaren hebben wij onze Vader veel moeten missen, maar zijn grootste inspanning voor het Vaderland-toen en nadien-zal, naast ons familieverband, onze allesoverheersende dankbare herinnering blijven. De functie, lieve Moeder, die U vandaag aan mij heeft overgedragen, is eenzaam genoemd. Hoe eenzaam kunt alleen U weten. Maar evenmin als U ben ik alleen. Ik besef hoe gelukkig ik ben dat naast mij mijn man staat die mij steunt, aanvult en corrigeert. Zijn talenten zal hij blijven geven aan zijn veelzijdig werk in en voor Nederland. Ongetwijfeld zal mijn nieuwe taak meer vragen van ons samen en ook van onze kinderen, maar wij zijn bereid die offers in de persoonlijke sfeer te brengen, naar de maat van onze mogelijkheden en beperkingen. Daarbij mogen wij gelukkig ook rekenen op de steun van mijn zuster Margriet en haar man. Ons staan grote voorbeelden voor ogen: mijn Grootmoeder, die zich op haar eigen sterke wijze heeft ingezet om van en voor haar volk te zijn; mijn Moeder met haar zeer menselijke vertolking van het ambt. Deze voorbeelden inspireren mij. Navolgen kan ik ze niet. Maar wel wil ik graag proberen de aansluiting op het verleden te vinden in de nieuwe tijd vol eisen en behoeften. Leden van de Staten-Generaal, Als vandaag de dag iets zeker is, dan is het een gevoel van onzekerheid - een voorgevoel dat de toekomst niet eenvoudig ontwikkeling en groei van het bestaande kan zijn. Verandering is er altijd geweest, maar de snelheid waarmee de waarden van gisteren vandaag al weer ouderwets of overbodig lijken, raakt aan ons evenwicht. Het is alsof de tijd ontbreekt zich ergens thuis te voelen. Daar komt nog bij de dreiging die ons voortbestaan onzeker maakt. Zelfs wie zich daaraan wil onttrekken en voor zichzelf bewust een eiland heeft gemaakt, kan zich niet veilig weten. Niemand is immers veilig bij de wetenschap dat voor het eerst de mens in staat is tot zelfvernietiging op wereldschaal. Angst daarvoor kan ons denken verlammen en ons teneerslaan. Maar in moedeloosheid mogen wij niet berusten. Alle krachten moeten worden ingezet, opdat de mensheid kan beheersen hetgeen zij zelf heeft uitgedacht en heeft tot stand gebracht. Voor vrede moeten wij ons inspannen. Want vrede immers geeft perspectief aan al wat leeft of leven zal. Wie bouwt, die wil een plan, wie vaart een goed kompas. Verandering moet- denken wij - vooruitgang zijn: vooruitgang in gelijke kansen, welzijn, en geluk. Daarvoor is nodig dat veel wordt beproefd - met alle fantasie die in ons is - dat veel wordt uitgedacht, ontdekt - met risico's desnoods - in samendenken en in samendoen. Voor iets zo veelomvattends heeft niemand hèt recept, maar bij het zoeken naar oplossingen, is fundamenteel dat wij gemeenschap blijven en dat bewijzen door inspanning-in-saamhorigheid en zelfbeperking-in-vrijheid. Want kracht en prestatie hebben de menselijke dimensie nodig van solidariteit. In de geschiedenis heeft ons volk bewezen groot te zijn. Niet in aantal of in grondgebied, maar in oervaderlandse eigenschappen van energie, vindingrijkheid en verdraagzaamheid. Elkaar hebben wij de vrijheid gegund te denken en te spreken naar eigen inzicht en overtuiging. Bij grote communicatie en mobiliteit op een klein en dichtbevolkt gebied diende verdraagzaamheid telkens opnieuw verworven en bevestigd te worden. En dat betekende en betekent: bereidheid tot luisteren, inschikkelijkheid, gemeenschapszin. Zo groeit samenwerking vanuit de bevolking en wordt de Nederlander van vandaag niet meer alleen bestuurd, maar stuurt ook zijn bestuurders. Vrije ontplooiing van een ieder vooronderstelt dat wij ook elkaar daartoe de ruimte gunnen- en geven. Alleen in bescheidenheid en in eerbiediging van grenzen ontstaat die ruimte voor de vrijheid van de één en van de ander. In een vrije en veelvormige gemeenschap als de onze is het onontkoombaar dat tegenstellingen ontstaan en ook tot uiting komen. Maar voor de oplossing is onontbeerlijk de tegenstander niet te zien als vijand, doch als drager van een andere mening. Zoals de weegschaal niet mag doorslaan tussen mensen, zo dient de vrije samenleving - waar de sterken voor zichzelf zorgen - haar evenwicht te vinden door zorg voor zwakkeren, minderheden, hen, die vergeten en alleen zijn. Het deelgenootschap gaat nog verder. Wij danken veel van wat ons volk bezit - in materieel opzicht en vooral aan geestelijke waarden - aan onze ouders en voorouders; daarop moeten wij zuinig zijn terwille van onze kinderen en kindskinderen. Het besef dat mensen elkaar nodig hebben, is ons ingeboren. Eeuwenlang hebben vervolgden in ons land een vluchthaven gevonden. Nederlanders hebben van oudsher actief zich op de wereld gericht. De laatste jaren heeft deze belangstelling voor de wereld meer algemeen diepgang gekregen in de verbondenheid met de mensen in ontwikkelingslanden. In onze samenwerking met deze landen groeit het besef dat wij moeten bijdragen tot wezenlijke veranderingen. Zulke veranderingen aan te durven vraagt moed. De moed om te aanvaarden - met alle consequenties van dien - dat ons bestel niet meer is los te zien van de noden in de wereld. Maar de bereidheid ruim te denken over rechtvaardigheid en vreedzaam samenleven vindt steeds zijn fundament en uitgangspunt in eigen land. Leden van de Staten-Generaal, Soberheid, eenvoud, toewijding hebben de Regering van mijn Moeder gekenmerkt. Met eerbied en dankbaarheid voor dat voorbeeld wil ik trachten mijn opdracht te vervullen in de nieuwe tijd. In de bestemming van mijn leven staat deze opdracht voorop. Hiervoor wil ik ten dienste staan om Uw vertrouwen waard te zijn. Wanneer ik dadelijk de eed op de Grondwet aan het Nederlandse volk zal afleggen, is het niet uit eigen kracht dat ik de taak die mij is toegedacht, begin. In mijn geloof hoop ik die kracht te vinden. Zo liggen mijn allerdiepste wortels in ons volkslied: 'Mijn schild ende betrouwen zijt Gij O God, mijn Heer!' “ 

Daarna legt de Koningin de eed af, zoals geschreven staat bij artikel 53 in de Grondwet: “ Ik zweer aan het Nederlandse volk, dat Ik de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweer dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van de Staat met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de algemene en bijzondere vrijheid en de rechten van alle Mijne onderdanen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te Mijner beschikking stellen, zoals een goed Koning schuldig is te doen. Zo waarlijk helpe Mij God almachtig!” 




Dan beloven of zweren alle aanwezige leden van de Staten-Generaal de Koningin op hun beurt trouw. “De Koningin is ingehuldigd! Hoera, hoera, hoera!” klinkt het in de kerk. Op twee coupletten van ‘Wat de toekomst brenge moge, mij geleidt des Heren hand’ verlaat de Koningin met haar gevolg de anderhalf uur durende plechtigheid als eerste. Terug in het paleis wordt ze - na het maken van officiële foto's - geïnformeerd over wat er allemaal in Amsterdam gebeurd is en nog steeds aan de gang is. Tijdens de ontvangst van leden van de Raad van State, ministers van het kabinet en alle leden van de Eerste en Tweede Kamer en de vertegenwoordigers van de Nederlandse Antillen in de Burgerzaal van het paleis besluit de Koningin het avondfeest door te laten gaan. “Het vuurwerk gaat door! En mijn familie en mijn gasten en ik, we gaan er naartoe ook. Zelfs al betekent dit een zeker risico…”.




 



Zo gezegd, zo gedaan. Maar eerst vond er nog een galadiner plaats in het paleis. Door middel van een lopend buffet kon iedereen heerlijk en zoveel mogelijk eten. Aan boord van het Prinses Beatrix schip genoten de Koningin, prins, met hun gasten, inclusief hun zoons van de verlichte schepen op het IJ en het aansluitende vuurwerkspektakel.



De volgende dag liet ze meteen van haar goede kant zien, door gewonde ME’ers in het ziekenhuis op te zoeken.

Foto's:  © Screenshot NOS en RVD


Bekijk ook de inhuldigingen van: Willem I - Willem II - Willem III - Wilhelmina - Juliana

6 opmerkingen:

  1. je hebt het druk deze dagen. ;-) maar het ziet er super uit.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad, het worden drukke dagen, maar ook mooie dagen hoop ik, dat er weer geen rellen ed. ontstaan als 33 jaar geleden.

    Deze lof ziet er weer, zoals gewoonlijk erg mooi uit. Ik verheug me op de plechtigheden, maar ook op je mooie verslag dat hier dadelijk weer komt te staan. Ik wens je hierbij enorm veel succes bij en ook veel kijkplezier komende dinsdag.

    Ook namens Jeffrey, iedereen veel kijkplezier

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bedankt! Het zullen meerdere verslagen worden :)

    Jullie ook veel plezier!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een super mooie log Vivian! Je hebt er veel werk inzitten! Ik kijk uit naar Dinsdag! Kunnen we weer lekker verslag doen op onze websites!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Prachtige log weer. Veel foto's en heel veel informatie. Super gedaan.

    Ik hoop dat het rustig blijft ( verwacht het eigenlijk wel, er zijn heel veel veiligheidsmaatregelen genomen ), de rellen en 'slagvelden' van 1980 staan mij nog iets te vers in mijn geheugen. Ook een beetje eigenbelang wonend op 50 meter afstand van de Dam ;) Laat het voor iedereen een topdag worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat leuk om wat er 40 jaar geleden gebeurde weer na te lezen. een mooie dag, maar helaas met rellen. Gelukkig ging het in 2013 er beter aan toe met de inhuldiging van Willem Alexander

    BeantwoordenVerwijderen