24 januari 1969: Staatsbezoek aan Ethiopië - II

Op de tweede dag van het staatsbezoek aan Ethiopië werd onder andere een krans gelegd bij het oorlogsmonument en werd het Koninklijk gezelschap door demonstranten opgewacht bij een bezoek aan een universiteit.

Foto: Nationaal Archief

Op 24 januari 1969 bleven Koningin Juliana, Prins Bernhard, Prinses Beatrix en Prins Claus in hoofdstad Addis Abeba. In de ochtend was er een kranslegging bij het oorlogsmonument aan het Miaziaplein. De gebeurtenis, waar veel belangstellenden op af waren gekomen, werd muzikaal opgeluisterd door de keizerlijke kapel.

Na de kranslegging bezocht het Koninklijk gezelschap de Africa-Hall.

Aansluitend werd een bezoek gebracht aan het universiteitsgebouw van de hoofdstad. Juliana zou er een tentoonstelling openen, maar werd onverwachts met de actuele Afrikaanse politiek geconfronteerd. Het Koninklijk gezelschap arriveerde samen met keizer Haile Selassie bij de universiteit waar studenten demonstreerden door opzettelijk niet te applaudisseren toen de gasten de universiteit binnengingen. Enkelen gaven voorzichtig te verstaan dat het hier een zwijgende demonstratie betrof tegen de keizer als symbool van een verouderd staatsbestel.

Aan het eind van de middag werd het stadhuis van Addis Abeba bezocht voor een receptie. Het Koninklijk gezelschap ontving een aantal geschenken uit handen van de burgemeester van de stad, en op het dakterras kreeg Koningin Juliana een gouden broche opgespeld door de keizer. Zie liet 'm vervolgens vol trots zien aan Beatrix en Claus. Ook werd ze benoemd tot ereburgeres. De leden van de protocolcommissie bleken er naar verluidt haast bij te hebben dat het gezelschap naar het dak vertrok. "Wij worden gewoon naar boven gedreven" aldus Koningin Juliana. "Nu zijn wij de slaven" merkte Prins Bernhard op.

Foto's: Nationaal Archief