22 december 1951: Kerstviering in Koninklijk Paleis Amsterdam | De Oranjes

woensdag 22 december 2021

22 december 1951: Kerstviering in Koninklijk Paleis Amsterdam

Zeventig jaar geleden, 22 december 1951, vond de traditionele kerstviering met de hofhouding plaats in het Koninklijk Paleis te Amsterdam.


De kerstviering waarvoor maar liefst meer dan twaalfhonderd personen waren uitgenodigd had een wat grotere locatie nodig dan Paleis Soestdijk dus werd er dit jaar gekozen voor de Burgerzaal van het Koninklijk Paleis in Amsterdam. Een grote kerstboom zorgde voor extra sfeer. Daarnaast waren het de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet die de show stalen in hun fleurige rode jurkjes. Ook Koningin Juliana had voor een kerstige rode japon gekozen. Er werden kerstliederen gezongen met muzikale ondersteuning van J.C. Baud op de piano en Jo Judo op een viool. Er was een koor van het ‘Soestdijk personeel’ wat luidkeels ‘Gloria in Excelsis Deo’ zong. Nadat een kaarslicht was ontstoken las Koningin Juliana haar gasten uit het Evangelie de eerste twintig verzen voor. Bernhard nam aansluitend het woord en trok een vergelijking tussen de herders die naar Bethlehem gingen om het kindje in de kribbe te zoeken en de aanwezigen in de Burgerzaal die uit vele plaatsen uit het land naar Amsterdam waren gekomen. De prins eindigde met het bekende woord van Paulus, een ieder die heeft opgeroepen de ander uitnemender te achten dan zichzelf. „Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon lang verwacht". Jesus joy of man's desiring", uit Cantate no. 147 van Joh. Seb. Bach, vormde het vocale hoogtepunt van deze kerstviering. De koningen uit het kerstspel „De mantel van Jaïrus, de herdersjongen". Melchior, Balthazar en Caspar, in wie de Hagenaars in de zaal, de heren N. J. Dol, de „oppasser" van de gouden koets, B. M. van Zoest, chauffeur en P. Glasbergen, bode, herkenden. Daar waren ook kapitein Sneep en Evoy Schrale van het Leger des Heils uit Den Haag, die het spel hebben geleid. 


„Ik heb genoten van het toegewijde spel" zei de Koningin tijdens het aansluitende ‘chocolademelk schenken’. Tafels stonden vol met broodjes en koppen chocolademelk. Voor ieder personeelslid was er een kerstbrood bij het verlaten van het paleis. Juliana, Bernhard, Beatrix en Irene waren druk bezig iedereen van een kerstbrood te voorzien, maar Margriet moest een paar keer tot de orde worden geroepen en ging haar eigen gang door het paleis. “Pietie, je mag niet zo ver van mam weglopen” riep Prinses Beatrix nog, maar toen ‘Pietie’ zich eenmaal weer bij haar gezin had aangesloten kreeg ze van haar oudste zus weer te horen: “Piet, je loopt in de weg”. Prinses Margriet had zich duidelijk ook bezeerd want bij het verlaten van het paleis prijkte er een provisorische pleister op haar knie.

Foto's: Nationaal Archief

1 opmerking:

  1. Wat een mooie reportage uit de oude tijd. Alweer 70 jaar geleden, maar het blijft mooi om naar te kijken

    BeantwoordenVerwijderen