De Oranjes: Thema: 'Vorstelijke merkwaardigheden'
Posts tonen met het label Thema: 'Vorstelijke merkwaardigheden'. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Thema: 'Vorstelijke merkwaardigheden'. Alle posts tonen

zondag 1 maart 2009

Bijzondere prestaties, vlieghobby en gewoontes

Deel 4 thema: 'Vorstelijke merkwaardigheden'.


In dit deel: De bijzondere prestaties van de Oranjes, , de vlieghobby van de Oranjes, enkele gewoontes zoals o.a. de anjers van prins Bernhard en Koning Willem II die lang de hand schudde.


Bijzondere prestaties


De zangcarrière van prinses Christina


Christina_cd_foto_1 Na haar lagere schoolperiode volgt zij eerst haar studie aan het Baarns Lyceum en later maakt zij deze af aan het Amersfoorts Lyceum. Ook volgt zij cursussen aan de Horst in Driebergen en zij studeert Pedagogiek aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1965 besloot ze zich buiten Nederland verder te bekwamen. Ze ging eerst naar Canada waar ze een zangopleiding volgde aan een conservatorium in Montreal. Hierna besloot Christina zangles te gaan geven aan kinderen in New York. Prinses Christina is bij diverse gebeurtenissen in de Koninklijke Familie opgetreden als zangeres. Bij de doop van prinses Carolina en haar eigen zoon Nicolas, maar ook bij het huwelijk van haar neef prins Bernhard jr. en bij de uitvaart van haar ouders.In 1990 verleende de prinses haar naam aan een stichting voor jonge musicerende kinderen en jongeren. Het Edith Stein Concours heette van af toen Prinses Christina Concours.Ze heeft 2 cd's opgenomen. In 2000 een kerstalbum en in 2002 The me nobody knows. Voor deze laatste cd had ze ook een nummer opgenomen met Rob de Nijs. De opbrengsten van de verkoop gingen naar het Prinses Christina Concours en de slachtoffers van de aanslagen van 11 september.Bij bijzondere gebeurtenissen is prinses Christina er doorgaans bij, zoals bij het jaarlijkse Koninginnedagconcert in paleis Noordeinde.


De schilderkunst van Prinses Wilhelmina.


Na haar aftreden in 1948 trekt zij zich terug op paleis Het Loo en gaat zij dingen doen die ze altijd al heeft willen doen zoals b.v. schilderen. En haar aandacht ging vooral uit naar landschappen schilderen. Enkele schilderijen van Wilhelmina:


Schilderijen_wilhelmina_foto_2


Ook Koningin Beatrix is creatief. Onder leiding van Katinka Bruyns, haar lerares, heeft de vorstin op Drakensteyn een aantal plastieken gemaakt. Een ervan staat in het Centrum 1945 in Oegstgeest. Thema: een verzetsstrijder die twee kameraden opricht. Ook Jantje Beton, het bekende symbool van het Nationaal Jeugdfonds, is een creatie van onze Koningin.



Bernhard en het Wereld Natuur Fonds


11003_foto_3 Sinds 1950 president van het Wereld Natuur Fonds, heeft prins Bernhard zich internationaal doen kennen als voorvechter voor het behoud van het Natuurlijk milieu en bescherming van bedreigde diersoorten. Voor dit doel legde de prins inmiddels 75 reizen over de gehele wereld af. Hij riep een wereldomvattende organisatie in het leven die op regeringsniveau opereert, waardoor tal van beschermende maatregelen en projecten worden uitgevoerd.


Sophie (1818-1877), koningin der Nederlanden, vrouw van Koning Willem III; geboren prinses van Württemberg


Koningin20sophie20der20nederlanden0 Deze in literatuur, muziek, kunst en geschiedenis geïnteresseerde koningin had sterke Franse Sympathieën en omringde zich door een reeks opmerkelijke tijdgenoten als Ranke, Macaulay, Motley, Listz, Mohl en Renan. Sophie werkte zelf onder andere mee aan de beroemde “Revue des deux mondes”. In het juninummer van 1875 stond het artikel van de Koningin “Les derniers Stuarts”. Impressions et pensees d’une reine”. In verband met het 300 jarig bestaan van de Leidse Universiteit (1875) zette de Koningin veelbesproken feesten op touw en kreeg zij de erenaam “Koningin onder de aristocratische geesten”.Zij was een regelmatig bezoeker van Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio te Den Haag. De schilder, etser en lithograaf Andreas Schelfhout maakte zich bij haar populair door tijdens zijn bezoeken aan haar hof haar echtgenoot te parodiëren. Koningin Sophie was sinds 1871 beschermvrouw van de Algemeen Nederlandsche Vrouwenvereniging Arbeid Adelt van Betsy Perk en de Dierenbescherming. In 1873 stelde zij een prijs beschikbaar voor een loterij ten behoeve van de bouw van de Vondelkerk, toen deze na financiële tegenslagen was stilgelegd.


Toeval of herhaling van de geschiedenis?


Het gezin van Koningin Juliana en Prins Bernhard was een meisjesgezin, ze kregen 4 dochters: Beatrix, Irene, Margriet en Christina Het gezin van Koningin Beatrix en Prins Claus was een jongensgezin, ze kregen 3 zonen: Willem-Alexander, Johan Friso en Constantijn. Het gezin van Kroonprins Willem-Alexander en Prinses Máxima is weer een meisjesgezin. Ze hebben tot nu toe 3 meisjes: Amalia, Alexia en Ariane.


Gezinnen


Ook ziet men dat er telkens tussen de troonopvolgers 29 jaar zit, behalve tussen Willem Alexander en zijn dochter Amalia. Wilhelmina is geboren op 31 augustus 1880; haar dochter Juliana wordt 29 jaar later op 30 april 1909 geboren. Weer 29 jaar later wordt op 31 januari 1938 Beatrix geboren en weer 29 jaar later haar zoon Willem Alexander op 27 april 1967. Dit gaat niet op voor zijn dochter Amalia, want dan zou zij in 1996 geboren moeten worden en Amalia is geboren op 7 december 2003.


De vlieghobby van de Oranjes:


Van Prins Bernhard en Prins Willem Alexander weten we dat ze hun vliegbrevet hebben en dat ze bij regelmaat hebben gevlogen. Minder bekend is dat Pieter van Vollenhoven in 1967 zijn vliegopleiding Klein Militair Brevet heeft gehaald op de vliegbasis Gilze Rijen. Of hij vaak en regelmatig vliegt, daar is weinig over bekend.


In 1941 - toen Prins Bernhard in Groot-Brittannië bij de Royal Air Force (RAF) werd opgeleid tot vlieger - was de Spitfire het standaard jachtvliegtuig van de RAF. In de zomer van 1940 had dit toestel, samen met de Hawker Hurricane, furore gemaakt tijdens de Slag om Engeland. Prins Bernhard heeft tijdens de oorlogsjaren diverse keren met een Spitfire gevlogen. Mede op zijn initiatief werd in juni 1943 een Nederlandse Spitfire-eenheid, het 322 (Dutch) Squadron, opgericht. Gedurende de oorlogsjaren was deze eenheid met de Spitfire uitgerust. Het 322 Squadron maakt als oudste eenheid nog steeds deel uit van de luchtmachtorganisatie. Momenteel is deze eenheid met de F-16 uitgerust, het jachtvliegtuig waarmee de Koninklijke Luchtmacht sinds 1979 opereert. Na het behalen van zijn vliegbrevet heeft de Prins meer dan 50 jaar zijn vliegvaardigheid onderhouden en bleef de vliegerij tot op zeer hoge leeftijd een van zijn grote passies. Bernhard wordt in Engeland hoofd van de Koninklijke Nederlandse Militaire Missie, behaald zijn militair vliegbrevet (de liefde voor het vliegen gaat nooit meer over) en krijgt de rang Honorary Air Commodore bij de Royal Air Force. De regering bevordert hem in 1942 tot schout-bij-nacht en generaal-majoor, in 1943 tot viceadmiraal en luitenant-generaal. Als bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, een functie die hij vanaf 1944 bekleedt, oogst hij alom waardering. Winston Churchill schijnt ooit over hem te hebben gezegd: "Ik ken er één die echt van de oorlog heeft genoten, en dat is Bernhard." Met het overlijden van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard ( 1 december 2004) is een boegbeeld van de luchtmacht heengegaan. Zijn betekenis ligt niet alleen in het groot aantal vlieguren en het groot aantal verschillende typen waarop hij gevlogen heeft, maar ook in wat hij betekend heeft in de opbouwfase van de luchtmacht. Zo heeft de Prins in Engeland een grote rol gespeeld in het tot stand komen van een eerste Nederlandse luchtmachtsquadron in de R.A.F. Op 12 juni 1943 werd op de vliegbasis Woodvale het 322 Dutch Spitfire Squadron opgericht. Niet alleen bij 322 squadron, nu een F-16 squadron op Vliegbasis Leeuwarden, maar ook bij andere vliegende eenheden van de Koninklijke Luchtmacht bleef de Prins een regelmatige gast.


Tijdens de uitvaart van Prins Bernhard op 11 december 2004 brengen vier gevechtsvliegtuigen boven de Markt in Delft een militair eerbetoon aan de prins.


Prins Willem-Alexander vliegt ook erg graag. In 1985 behaalde hij het brevet privévlieger tweede klasse en in 1987 het vliegbewijs B-3op de vliegbasis van Eelde. In 1989 behaalde de Prins de aantekening op het beroepsbrevet die noodzakelijk is om zware meermotorige vliegtuigen te mogen vliegen. Tijdens zijn stage bij de Koninklijke Luchtmacht haalde hij het Groot Militair Brevet. Sinds 2001 heeft hij een B-1 brevet, het ATPL, (Airline Transport Pilot License). Dit heeft men nodig om grote verkeersvliegtuigen te mogen vliegen, wat het hoogste niveau is van piloot zijn. Een dergelijk brevet kan behaald worden na minstens 1500 vlieguren, 195 extra speciale vlieguren en intensieve theoriegedeelte. Na zijn afstuderen in 1993 behaalt de Prins het groot militair vliegbrevet bij het 334 Transportsquadron van de Koninklijke Luchtmacht. "Mijn fascinatie voor vliegen is ooit begonnen toen ik van mijn grootvader altijd in de cockpit mee mocht kijken en ik toen ben ik het zelf gaan doen. En ik vind het een heerlijke ontspanning voor mij. De enige plek waar ik zit zonder ministeriële verantwoordelijkheid, waar ik verantwoordelijk ben voor de veiligheid van het vliegtuig, van mezelf en van mijn passagiers. Het is een bezigheid waar je je totaal los kan koppelen van wat dan ook. Want je moet er honderd procent geconcentreerd zijn. Als ik een foute knop indruk, is er geen mens die dat recht zet."


In de zomervakantie van 1989 vliegt de prins als vrijwilliger voor de medische hulporganisatie Amref, ook wel bekend als de Flying Doctors. Hij beleeft daar de tijd van zijn leven. Aan deze prachtige tijd zou voortijdig een eind zijn gekomen toen zijn moeder een rapport onder ogen kreeg waarin vermeld stond hoe gevaarlijk de vliegomstandigheden in de binnenlanden van Afrika wel niet zijn. Dat weerhoudt Alexander er echter niet van om ook vorig jaar, tijdens een bezoek aan Amref/Flying Doctors, waarvan hij inmiddels het beschermheerschap heeft overgenomen van zijn prins Bernhard, weer zelf de stuurknuppel ter land te nemen.


Fotolinks Oranjes en vliegtuig:
Prins Bernhard stapt uit het vliegtuig - Bernhard in een Hurricane (1941) - Bernhard in de Spitfire cockpit - Bernhard verlaat de Dakota PH-PBA (1959) - Vliegende Hollander ( op de cover van een Luchtmacht tijdschrift) - Willem-Alexander en Máxima stappen uit de PH-KBX - Alexander als piloot - Amalia klimt het vliegtuig in


De anjer van Prins Bernhard:


De zilveren anjer:


Regent en bestuur van het Prins Bernhard Cultuurfonds hebben in 1950 de Zilveren Anjer ingesteld ter gelegenheid van de tiende herdenking van de zogeheten Anjerdag van 29 juni 1940 en het tienjarig jubileum van het op 10 augustus 1940 opgerichte fonds. De financiële basis van de onderscheiding werd gevormd door het legaat van wijlen geheim agent Thijs Taconis. De Zilveren Anjer werd tot aan het overlijden van Prins Bernhard in december 2004 elk jaar door de prins uitgereikt. Hare Majesteit de Koningin heeft deze taak van haar vader overgenomen. De Zilveren Anjer kan elk jaar aan maximaal vijf personen worden verleend. Alle voorwaarden die verbonden zijn aan een Koninklijke onderscheiding zijn ook van toepassing op de Zilveren Anjer. De Zilveren Anjer is een eerbetoon en geen prijs. Er is geen geldbedrag aan verbonden.


De Koningin reikt de zilveren Anjer uit zie foto: http://www.koninklijkhuis.nl/dsc?s=obj&c=getobject&objectid=25761&ext=image.jpg


De witte anjer


Witte_anjer De in 2004 overleden Prins Bernhard en zijn witte anjers waren tot het einde onafscheidelijk. De Prins droeg sinds de jaren twintig van de vorige eeuw bij elke gelegenheid een witte anjer op de borst. Hij heeft vast niet vermoed welke symbolische betekenis de anjer in de tweede wereldoorlog zou krijgen. De Witte anjer is het symbool van het prins Bernhard Fonds. Dit is een cultureel fonds geworden na de bevrijding in 1945 met de prins als voorzitter. Het heeft 15 verschillende regionale afdelingen, de Anjerfondsen. Ieder jaar wordt er aan een aantal personen die bijzondere dingen hebben gedaan op het culturele vlak, als onderscheiding, de zilveren anjer toegekend. Tegenwoordig wordt door veteranen als symbool een witte anjer gedragen op de Nederlandse Veteranendag. Dit als eerbetoon naar Prins Bernhard.


Bij zijn afscheid van Soestdijk naar Noordeinde hadden bijna al zijn kleinkinderen een anjer op hun jasje. Zelfs op zijn kist lag een anjer


Nog een vorstelijke merkwaardigheid: Koning Willem II (1792-1849) die lang de hand schudde. Deze koning had de gewoonte hooggeplaatste zo lang de hand te schudden, dat deze werkelijke door elkaar geschud moet hebben gevoeld. (Keizer Frans Jozef van Oostenrijk, de man van Keizerin Sissy, schudde daarentegen nooit de hand. Hij gaf de voorkeur aan een lichte buiging dan aan een hand te geven)


Koninklijke memoiresschrijvers zijn o.a.: Frederik Hendrik (1584-1647), Prins van Oranje. Van hem zijn bekend “Memoires de Frederic Henri “ (1733) Wilhelmina (1880-1962), koningin der Nederlanden schreef: “Eenzaam maar niet alleen” in 1959


Verklaarde de Olympische Spelen voor geopend: Prins Hendrik (1876-1934), gemalin van Koningin Wilhelmina. Namens de Koningin werden de negende Olympische spelen op 28 juli 1928 in het Olympisch stadion van Amsterdam geopend door prins Hendrik.


(Met dank aan Anja , foto's: RVD, kunst.nl)

maandag 23 februari 2009

Operaties, ziektes, langst regerende Oranjes en doodgeschoten Oranje..

Deel 3 thema: 'Vorstelijke merkwaardigheden'.


In dit deel: de operaties die de Oranjes hebben ondergaan de ziektegeschiedenis van prins Claus, de langst regerende Oranjes, doodgeschoten Oranje


De operaties die de Oranjes hebben ondergaan.


Dat Bernhard over een sterk gestel beschikte, blijkt wel uit de vele ziektes die hij in zijn lange leven heeft overwonnen. Op jonge leeftijd kreeg de prins te maken met diverse kwalen, waarvan er verschillende levensbedreigend waren. Hoeveel operaties de prins heeft ondergaan, weten alleen zijn artsen. Eén ding is zeker: zijn medisch dossier moet erg dik zijn geweest. Op 2-jarige leeftijd onderging Bernhard zijn eerste operatie. Zijn stembanden waren vanwege een infectie zo gezwollen dat hij bijna geen lucht meer kon krijgen. De kleine Bernhard werd bij gebrek aan beter op de eetkamertafel geopereerd. De instrumenten werden boven een spiritusbrander gesteriliseerd. De arts bracht een zilveren buisje aan in de keel, dat zes maanden bleef zitten, zodat de jonge prins weer kon ademhalen. Deze operatie zou later nog gevolgen hebben. Tijdens zijn studententijd in München had Bernhard een geheimzinnige infectie onder de leden. Drie artsen kwamen er aan te pas, maar zij konden hem niet genezen. Intussen mergelde een langdurig hoge koorts de prins uit. Hij woog op een bepaald moment niet meer dan 85 pond. Uiteindelijk constateerde een beroemd chirurg dat hij een borstvliesontsteking had. In 1937 kreeg Bernhard een ernstig auto-ongeluk, waarbij hij vermoedelijk zijn nek heeft gebroken. Helemaal zeker is dat nooit geweest, omdat artsen dat toendertijd niet hebben geconstateerd. Pas op latere leeftijd werd duidelijk dat zijn nekwervels scheef waren gegroeid.


Vervolgens kreeg Bernhard op 41-jarige leeftijd van Amerikaanse artsen te horen dat hij nog hoogstens acht jaar zou leven. De wervels van de prins zouden in een korte tijd zo week worden, dat ze niet meer in staat waren hun functie te vervullen. Zijn Nederlandse lijfarts prof. Nuboer vond de diagnose van de Amerikanen onzin. Hij verzekerde de prins dat hij met zijn aandoening zeker de tachtig zou halen. De laatste jaren van zijn leven verbleef de prins regelmatig in het AZU, het Academisch Ziekenhuis Utrecht, voor diverse operaties. Hij heeft het AZU wel eens gekscherend 'zijn stamkroeg' genoemd, vanwege de vele bezoeken. Kritiek werd het toen de prins na een darmoperatie in 1994 complicaties kreeg. Door een shocklong lag de prins wekenlang in kritieke toestand in het ziekenhuis. In mei en september 1999 moest de prins weer operaties ondergaan, beide aan zijn luchtpijp. Bernhard kreeg toen een buisje in zijn luchtpijp gebouwd, zodat hij makkelijker kon ademen. Op zijn luchtpijp was littekenweefsel aangetroffen dat een vernauwing veroorzaakte. Vermoedelijk was dat weefsel afkomstig van de operatie die hij als klein jochie had ondergaan. Door het kunststof buisje kon de prins weer opgelucht ademhalen. De prins hield er wel een klein gaatje in zijn hals aan over. In mei 2000 moest Bernhard voor de zevende keer in drie jaar onder het mes in verband met darmklachten. Hij had last van verklevingen van zijn darmen. Kort na de operatie verslechterde zijn situatie; er werd gesproken over 'neurologische complicaties'. Later bleek dat Bernhard was getroffen door een beroerte. De artsen sloegen groot alarm. Bernhard moest worden beademd en verkeerde 24 uur in coma. De plotselinge verslechtering was deels te wijten aan een afgebrokkeld gebit: doordat de prins knarsetandde was een gedeelte van een brug in zijn slokdarm terechtgekomen. In december 2000 werd bij de prins een kleine kwaadaardige tumor verwijderd in de linkerzijde van zijn borstkas. De operatie verliep goed en de prins mocht een dag later alweer terugkeren naar Paleis Soestdijk.


Over zijn eigen gezondheid zei Bernhard in het interview ter ere van zijn 90e verjaardag in 2001: "Onder de huidige omstandigheden ben ik heel tevreden. Ik hoop dat ik nog minstens vijf jaar mee mag, want ik heb nog zo veel te doen en er zijn nog zoveel dingen die me interesseren. Ik heb nooit gedacht dat ik doodging. Dan komt wel de familie afscheid nemen, want die zien de zaken een beetje serieuzer dan ik." "Ik heb geen bepaalde ideeën over doodgaan of zo. Het betekent niet veel voor me. Het enige dat wel belangrijk voor me is, is de vraag: is dit werk klaar, ja of nee? En als het niet klaar is, dan erger ik me. Maar we zijn nog niet zo ver. Omdat ik nog dingen heb die ik graag wil afmaken en verder goed wil zien gaan heb ik een enorme wil om te leven. Dan kan iedere dokter je zeggen dat dat vijftig procent uitmaakt van overleven."


Begin oktober 2001 moest Bernhard het ziekenhuis weer in wegens een infectie aan de luchtwegen. Hij was toen onderweg naar Zuid-Afrika. Hij zou daar aanwezig zijn bij het overbrengen van duizend olifanten van het Zuid-Afrikaanse Krugerpark naar het Gazapark in Mozambique. De prins werd opgenomen in een ziekenhuis in Nairobi, Kenia. Hier werd hij behandeld met antibiotica. Na een week mocht hij weer terugkeren naar huis. In september 2004 kreeg Bernhard last van kortademigheid. De klachten werden veroorzaakt door vocht in de borstholte. Artsen van het UMC in Utrecht brachten een drain aan om het vocht te verwijderen. De drain werd later weer verwijderd. Bij onderzoek van het vocht werden echter cellen aangetroffen die konden wijzen op uitzaaiingen van een tumor. Op 17 november 2004 maakte de RVD bekend dat Bernhard zich niet meer zou laten opereren. Volgens de artsen van de prins was een operatie niet mogelijk. De RVD maakte bekend dat prins Bernhard aan longkanker leed. Op 29 november verklaarde de Rijksvoorlichtingsdienst dat de toestand van de prins geleidelijk achteruitging. Dat Bernhard er slecht aan toe was, bleek onder meer uit het feit dat zijn dochter prinses Margriet, een geplande vijfdaagse reis naar Kenia afzegde.


Eind jaren negentig besloot prins Bernhard het rustiger aan te doen. In 1998 stootte hij een aantal erefuncties af en in april 2000 legde hij op paleis Soestdijk zijn laatste militaire functie neer. Tachtig organisaties werden per brief verzocht de prins niet meer uit te nodigen voor bijeenkomsten. Ondanks zijn hoge leeftijd en zwakke gezondheid bleef prins Bernhard in zijn laatste levensjaren opvallend actief. In februari 2001 maakte de prins nog een reis van twee weken naar Zimbabwe en Zuid-Afrika. Kort daarvoor was er een kwaadaardige tumor uit zijn borst weggenomen, maar volgens mensen uit zijn directe omgeving bruiste de prins tijdens zijn reis weer van levenslust


Op 1 december 2004 kreeg prins Bernhard op Paleis Soestdijk last van zijn aandoeningen. Omdat zijn klachten daar niet goed behandeld konden worden, werd hij overgebracht naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht. In het ziekenhuis werd, op zijn verzoek, de behandeling gestaakt. Prins Bernhard overleed dezelfde avond. Hij werd 93 jaar oud. Op 11 december 2004 vond de uitvaartdienst van Prins Bernhard plaats in de Nieuwe Kerk in Delft.



Zijn dochter prinses Christina is ook meerdere malen onder het mes gegaan wat betreft haar ogen. Heel Nederland leefde mee met het koninklijk gezin toen bij Christina een oogkwaal werd ontdekt. Dit was een rechtstreeks gevolg van de rodehond die Juliana tijdens haar zwangerschap had opgelopen. Als snel bleek dat het kleine prinsesje zo goed als blind was. Een serie operaties verbetert het zicht van één oog, maar bij het andere oog blijft succes uit. De toestand van prinses Marijke (Christina) is een voortdurende bron van zorgen voor zowel Juliana als Bernhard. Bernhard schakelt daarom in het voorjaar van 1948 de hulp van gebedsgenezeres Greet Hofmans in. Haar aanwezigheid op paleis Soestdijk zorgt in 1956 voor een diepe crisis aan het hof. In een aantal artikelen in Duitse en Amerikaanse bladen verschijnen berichten over Greet Hofmans (23 juni 1894- 16 november 1968) die door koningin Juliana al een aantal jaren wordt geraadpleegd in verband met de oogkwaal van prinses Marijke. Hofmans zou zich daarbij een aanzienlijke invloed aan het hof hebben verworven. De pacifistisch opvattingen van koningin Juliana zouden onder invloed van Hofmans zijn versterkt. Bernhard verliest zijn geloof in de gebedsgenezeres, maar Juliana blijft Hofmans vertrouwen en het hof deelt zich in tweeën. Een driemanschap bestaande uit Beel, Gerbrandy en Tjarda van Starkenborgh Stachouwer stelt een onderzoek in naar de omstandigheden die tot die buitenlandse publicaties hadden geleid. Als gevolg hiervan worden de relaties tussen het Koninklijk Huis en Greet Hofmans verbroken en wordt de hofhouding gereorganiseerd. Het ontbreken van informatie in Nederlandse media wordt sindsdien vaak aangehaald als voorbeeld van zelfcensuur van de pers. Tenslotte verdwijnt ze in 1956 van het toneel.Maar al vanaf haar vroegste jeugd bleek de prinses een sterke eigen wil te hebben, ze wilde absoluut niet als zielig beschouwd worden. Christina ging haar eigen weg. Haar grote muzikale talent voer haar zelfs naar een studie in Canada.


Lief, maar lastig Marijke ontwikkelt zich als een vrolijk kind. Intelligent en snel, waardoor ze meer kan dan haar handicap zou doen vermoeden. Maar verwend is ze wel. “Marijkes wil was wet”, zal haar vader later over har vroegere jeugdjaren zeggen.


Koningin Beatrix is voor de 1e keer in 2002 aan haar knie geopereerd. Toen werd zij geholpen aan de meniscus van haar rechterknie en dit gebeurde in het Rode Kruisziekenhuis te Den Haag. Een meniscus is in de anatomie een schijfje kraakbeen dat zich los tussen de benige uiteinden van sommige gewrichten bevindt. Bij de mens bevinden zich in de knie meniscussen. In tegenstelling tot een discus, die twee bot uiteindes compleet van elkaar scheidt in een gewricht, bedekt een meniscus maar een gedeelte van de botoppervlakken. In het Haagse Hagaziekenhuis wordt de koningin op 30 december 2005 geopereerd aan haar linkerknie. Tijdens een anderhalf uur durende operatie werd een knieprothese geplaatst. De 67-jarige vorstin had al langer last van haar knie. Vanwege de bezoeken rond haar 25-jarig regeringsjubileum werd een ingreep steeds uitgesteld. Nu heeft de vorstin tijd te herstellen voor ze in maart een staatsbezoek aan Argentinië brengt. Een week na haar knieoperatie heeft ze een longontsteking opgelopen.


Bij haar neef prins Bernhard ,is een goedaardig gezwel weggenomen op 10 april 2004. De operatie is naar wens verlopen in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam.


Donderdag 10 oktober 1996 is prinses Juliana geopereerd aan staar van haar rechteroog in het Amsterdamse Medisch Centrum Jan van Goyen. Na afloop is de 87 jarige prinses teruggekeerd naar paleis Soestdijk. De prinses werd precies 6 jaar daarvoor geopereerd aan staar in het andere oog. Het medisch team bestond uit dr. M. Dandrieu en dr. J. Kok, oogartsen, dr. Th. Erwteman, internist en M. Heeres, anesthesioloog. Op 16 april 1988 wordt prinses Juliana opgenomen in het Haagse Bronovo ziekenhuis nadat ze bij een vriendin in Wassenaar over een drempel was gestruikeld en daarbij haar heupgewricht heeft gebroken. Haar 89e verjaardag op 30 april viert ze in het ziekenhuis. Op 25 mei 1998 maakt de Rijksvoorlichtingsdienst bekend dat de fractuur van de rechterheup en de operatie van Juliana hebben geleid tot verwardheid bij haar. Op 2 mei mag de prinses het ziekenhuis verlaten. Juliana zal het huwelijk van kleinzoon Maurits wel bijwonen, maar zal worden begeleidt door een verpleegkundige. Kleinzoon Maurits treedt op 29 mei 1998 in Apeldoorn in het huwelijk met Marilène van den Broek. De kerkelijke inzegening vindt op 30 mei 1998 plaats. Juliana en Bernhard zijn beiden aanwezig bij de huwelijksplechtigheden. Het was tevens de laatste keer dat zij in het openbaar verscheen.


6 februari 2007 wordt Prins Constantijn geopereerd aan de voorste kruisband van zijn rechterknie. De prins had die gescheurd bij het voetballen. Om verdere complicaties te voorkomen en om weer te kunnen voetballen heeft de prins besloten om zich te laten opereren. De operatie is naar wens verlopen. De operatie heeft plaatsgevonden in het Haga Ziekenhuis in Den Haag. Behandelend arts is orthopedisch chirurg M.J.M. Driessen.


De ziektegeschiedenis van prins Claus


De prins beleeft samen met zijn gezin gelukkig jaren op Drakensteyn. Daar komt verandering in als zijn vrouw Koningin wordt in 1980 en het jaar daarop verhuizen naar Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Er staan vermoeiende staatsbezoeken op het programma en na het werkbezoek aan de Verenigde Staten in 1982 heeft de prins last van ernstige vermoeidheidsverschijnselen. Hij laat zich begin september 1982 onderzoeken in het Radboud ziekenhuis te Nijmegen. Na een week mag hij weer naar huis, daar er niets bijzonders wordt geconstateerd. Op de Derde Dinsdag in September vergezelt hij zijn vrouw bij het voorlezen van de troonrede. Maar het gaat toch niet goed met de prins en begin oktober komt het bericht dat prins Claus met “klachten van depressieve aard” is opgenomen in de psychiatrische kliniek van de universiteit van Bazel, waar hij wordt behandeld door professor Kielholz. Eind oktober keert de prins terug naar Paleis Huis ten Bosch. Zijn behandelde artsen hebben besloten dat het goed is voor zijn gevoel van eigenwaarde als hij actief blijft als prins-gemaal en gaat daarom mee op staatsbezoek naar Groot-Brittannië. Echter dit staatsbezoek loopt voor de prins uit op een fiasco. Hij slikt vele medicijnen, ziet er moe uit en maakt verschillende programma onderdelen niet mee. Kortom hij maakt een afwezige indruk. Meteen na thuiskomst laat hij zich opnemen in het Sint Laurens ziekenhuis te Breda. Gehoopt wordt dat, dicht bij huis, dat de prins hier behandeld kan worden. Dit lukt niet en eind november is de Prins terug in Bazel, waar hij met enkele onderbrekingen verblijft tot Pasen 1983. Duidelijk is dat zijn genezing geen kwestie van weken, maar van maanden en jaren zal zijn. Daarom worden er voor 1983 geen afspraken gemaakt. Ook is de prins niet aanwezig bij Koninginnedag en evenmin bij de Dodenherdenking. De al voor 1983 geplande staatsbezoeken worden afgezegd. Vanuit Bazel gaat de prins naar zijn een kuuroord van zijn goede vriend Caspar von Oeynhausen in Bad Driburg. Daar probeert hij in alle rust op krachten te komen. September 1983 is de prins weer terug in Nederland en op Prinsjesdag is hij aanwezig en dat is dan ook wel het enige waar hij dit jaar bij is. Besloten wordt om de prins vanaf 1984 weer langzaam aan het werk zal gaan. Dit gaat goed tot 1991.


Als hij en zijn vrouw in maart 1991 hun zilveren huwelijksfeest vieren is de prins optimistisch en hij zegt dan ook in een interview dat hij zijn depressiviteit heeft overwonnen. Maar dat blijkt een misrekening. Begin juli 1991 wordt de prins wegens “herhaalde klachten van depressieve aard” opgenomen in het Bronovo ziekenhuis te Den Haag. De prins wordt behandeld met medicijnen en af en toe mag hij een paar dagen naar zijn gezin op Huis ten Bosch. Eind juli 1991 vertrekt de Koningin met haar 2 jongste zonen naar Tavernelle. Willem Alexander blijft nog een paar dagen, alvorens ook naar Tavernelle te vertrekken. In de 2e week van augustus komt ook prins Claus voor een paar dagen naar zijn gezin.


Als de prins op 6 september 1991 65 jaar wordt is de prins thuis bij zijn gezin. Voor het eerst moet de prins verstek laten gaan bij Prinsjesdag en ook aan het staatsbezoek aan Japan in oktober kan hij niet deelnemen. In november verlaat de prins het ziekenhuis en wordt thuis verder behandeld. Nog diezelfde maand wordt er bekend gemaakt dat de prins al sinds 1987 lijdt aan een lichte vorm van Parkinson. Volgens de bekendmaking staat de ziekte van Parkinson los van de depressies. In februari 1992 gaat de prins mee naar Oostenrijk en staat dan sinds lange tijd weer op de ski’s en 2 maanden vervult de prins weer zijn officiële taken. Maar vaak lijkt hij afwezig en zijn verkrampte manieren van bewegen wekt bij velen een gevoel van medelijden op. Het is duidelijk dat de prins nooit meer de oude zal zijn. 9 juni 1998 volgt er in het Allgemeines Krankenhaus in Hamburg een prostaatoperatie. De prins heeft voor Hamburg gekozen daar er twee zuster van hem wonen en omdat hij de uroloog dr. Tauber persoonlijk kent. De operatie is succesvol verlopen en de prins herstelt ontzettend snel. Na bijna 3 weken op 28 juni verlaat de prins het ziekenhuis. De prins is hersteld om op 15 september aanwezig te zijn bij Prinsjesdag.


Plaat Het jaar 2000 verloopt voor de prins alles behalve prettig. Hij heeft namelijk nog altijd te kampen met naweeën van zijn prostaatoperatie. Vooral de nabestralingen in Rotterdam laat vervelende sporen na. De prins heeft voortdurend last van langdurige darmstoornissen en laat zich daarom opnieuw onderzoeken in Hamburg. De RVD laat weten dat er geen reden is voor ongerustheid, maar de prins zal nog bij regelmaat in het ziekenhuis verblijven. De prins komt ook steeds minder in het openbaar. Begin oktober ondergaat de prins een kleine medische ingreep in Hamburg. Tijdens een privé bezoek aan zijn zuster Sigrid in Hamburg, krijgt hij te kampen met ernstige acute darmklachten en wordt opgenomen wederom in Hamburg. De prins gaat direct onder het mes en krijgt een stoma. Na een week wordt de prins ontslagen, maar 6 dagen later volgt er een nieuwe operatie in het Universitair Medisch Centrum van Leiden. Tijdens de verloving van prins Constantijn maakt de prins een fragiele indruk en ook tijdens de het huwelijk van Prins Constantijn is hij als vader erbij. De verloving en huwelijk van zijn oudste zoon maakt hij ook mee, hoewel het huwelijk van Willem Alexander en Maxima op 2 februari 2002 is wel de laatste keer dat de prins in het openbaar verschijnt, voordat hij komt te overlijden op 6 oktober 2002.


Eind mei 2001 wordt in de kliniek in Hamburg zijn linkernier weggenomen. Intussen is de prins weer terug op Huis ten Bosch en weg van de drukte heeft hij elders op het terrein een bediendewoning betrokken, waar hij voortdurend onder medische controle staat. Half augustus blijkt ook zijn overgebleven nier niet te functioneren en wordt hij opgenomen in het AMC te Amsterdam, waar de prins 2 weken verblijft. Hij is dus thuis als hij op 6 september 2001 zijn 75e verjaardag viert. Op 11 december 2001 belooft de prins voor volgend jaar beterschap tijdens de jaarlijkse uitreiking van de Prins Claus prijzen. De prins strompelt moeizaam naar voren en heeft ook moeite met spreken. Claus heeft ook problemen met zijn ogen (“I need new eyes”) en hij komt nauwelijks uit zijn woorden. De volgende dag ondergaat hij een staaroperatie. 2 februari 2002 is de prins aanwezig bij het huwelijk van zijn oudste zoon in Amsterdam. Na het huwelijk gaat het niet goed; op 11 maart wordt hij onwel en wordt opgenomen in het AMC te Amsterdam met longembolieen. Problemen met zijn hart volgen en een pacemaker is het gevolg en op 26 maart wordt de prins overgebracht naar de hartbewaking. De volgende dag wordt de prins gedotterd en de prins knapt langzaam op. 3 mei komt de prins naar huis. Hij maakt de geboorte van zijn eerste kleinkind mee op 8 juni 2002 en een paar weken later op 1 juli wordt de prins onwel en wordt ter observatie opgenomen in het AMC. De diagnose luidt dat hij een infectie heeft aan de luchtwegen en hiervoor krijgt hij medicijnen die in eerste instantie niet blijken aan te slaan. Pas na 2 weken mag de prins naar huis om verder aan te sterken. Aangezien dit niet voldoende gebeurt, wordt de prins opnieuw opgenomen op 21 juli. Twee dagen later wordt de toestand zorgwekkend genoemd en zowel zijn vrouw als zijn zonen zijn regelmatig in het ziekenhuis te vinden. De conditie van de prins verbetert licht en hij mag kort voor zijn verjaardag het ziekenhuis verlaten. Hij blijft slechts een paar dagen op paleis Huis ten Bosch. Op de derde dinsdag van september, terwijl zijn vrouw de troonrede voorleest, wordt hij opnieuw met spoed opgenomen in het AMC. Hij zal de intensive care niet meer verlaten, want op 6 oktober om 19.00 uur sterft de prins in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen aan een combinatie van longontsteking en de ziekte van Parkinson.


De langst regerende Oranjes:


Koning20willem20iii20inhuldiging Koningin Wilhelmina *31 augustus 1880 + 28 november 1962 heeft het langst geregeerd van de Oranjes. Zij aanvaarde op 6 september 1898 de troon en zij deed afstand op 4 september 1948 ten gunste van haar dochter Juliana. Zij regeerde ons land 50 jaar. Eigenlijk was zij al koningin op 23 november 1890 toen haar vader Koning Willem III stierf, maar haar moeder nam waar totdat zij 18 jaar werd op 31 augustus 1898. Dus als we het goed willen doen is Wilhelmina 58 jaar onze Koningin geweest. Haar vader koning Willem III regeerde van 17 maart 1849 tot en met 23 november 1890, dus ruim 41 ½ jaar. Koningin Juliana regeerde van 4 september 1948 tot en met 30 april 1980, dus ruim 32 jaar. Haar dochter Beatrix regeert in 2009 al 29 jaar. Koningin Juliana tekende de acte van abdicatie op 4 september en op 6 september werd zij ingehuldigd als Koningin Juliana.



Doodgeschoten Oranje…


Willem I (1533-1584), Prins van Oranje wordt op dinsdag 10 juli 1584 doodgeschoten door Balthasar Gerards op het Prinsenhof te Delft. Toen de Prins van Oranje op 10 juli 1584 aan tafel ging in het St. Agathaklooster, het huidige Prinsenhof in Delft om zijn middagmaal te gebruiken, kon hij nog niet vermoeden dat dit zijn laatste maaltijd zou worden. Na het eten liep hij naar boven naar zijn werkvertrek; hij moest voor ene Balthasar Gerards (ca. 1557-1584) een paar paspoorten ophalen. Toen hij weer naar beneden kwam, vuurde Gerards, een Spaansgezinde katholiek die zich voor protestant had uitgegeven, drie kogels op hem af. Twee daarvan belandden in de muur, eentje raakte hem in zijn buik. Voordat de Vader des Vaderlands bezweek kon hij nog net uitroepen: “O God heb medelijden met mij en met mijn arme volk.”


Moordwillemzwijger2

vrijdag 13 februari 2009

Ongelukken, snelheidsovertreders en hoe zat het met de Koningin en de Engelse nationaliteit?

Deel 2 thema: 'Vorstelijke merkwaardigheden'


In dit deel: de Oranjes en ongelukken, De snelheidsovertreders binnen de Koninklijke Familie, De titels van de Koningin en de Engelse nationaliteit die van de Koningin had kunnen zijn.


De Oranjes en ongelukken


Deel_2_foto_1_johan_willem_friso Prins Johan Willem Friso * 4 augustus 1687 + 14 juli 1711( verdronken), Vorst van Nassau-Dietz (1696-1711), Prins van Oranje (1702-1711), stadhouder van Friesland (1707-1711) en Groningen (1708-1711), was de oudste zoon van Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz en Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau. Bij het overlijden van zijn vader in 1696 werd hij vorst van Nassau-Dietz en tot stadhouder benoemd van de gewesten Friesland en Groningen. Zijn moeder trad op als regentes tot 1707. Toen nam Johan Willem Friso de functie van stadhouder van Friesland daadwerkelijk op zich, en in 1708, toen hij meerderjarig werd tevens het stadhouderschap van Groningen. Als enige erfgenaam van zijn verre neef stadhouder Willem III, die in 1702 overleed, erfde hij de titel Prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van het testament, maakten ook de Fransman Frans Lodewijk van Conti en Frederik I van Pruisen aanspraak op de titel Prins van Oranje. In 1711 werd besloten de erfeniskwestie in Den Haag te bespreken. Op weg naar Den Haag i.v.m. een bespreking met zijn rivaal voor de titel, Frederik van Pruisen, over de erfenis verdronk de 23-jarige Johan Willem Friso op 14 juli 1711 bij de oversteek van Moerdijk naar Strijensas over het Hollandsch Diep.


Prins Bernhard heeft vele operaties moeten ondergaan, niet alleen tijdens zijn huwelijk met Juliana, maar ook tijdens zijn jeugdjaren. Deze volgen hier op een rij:


1913: de prins is dan 1 ½ jaar oud en moet een spoedoperatie ondergaan in zijn ouderlijk huis.
1929: wordt kort voor zijn eindexamen ernstig ziek (Longontsteking); doet hierdoor 3 maanden later eindexamen.
1930: naar de universiteit van München; andermaal ernstig ziek (wederom longontsteking) en denkt zelf te sterven
1937: betrokken bij een ernstig ongeval in Diemen. (beschrijving hiervan lees je hieronder)
1947 Prins Bernhard botst in Londen op een vrachtwagen.
1954 Prins Bernhard slaat bij Gouda met zijn Ford Lincoln over de kop.
1982: ondergaat een spoedoperatie
1985: kan in verband met een chirurgische ingreep niet deelnemen aan allerlei Bevrijdings Herdenkingen.


In 1937 was Prins Bernhard betrokken bij een ernstig auto-ongeluk op de Rijksweg Amsterdam - Baarn (bij Diemen). Maandagmorgen 29 november 1937. Met grote snelheid botst een Ford Lincoln tegen de achterkant van de truck. De personenwagen moet zeker 90 kilometer per uur hebben gereden, maar misschien wel meer dan 150, aldus onderzoek. De twee inzittenden zitten klem. Toegesnelde omstanders weten de mannen met veel moeite uit de auto te trekken. De chauffeur en de bijrijder van de personenauto zijn zwaargewond. De consternatie is groot als blijkt dat de twee mannen prins Bernhard en zijn jachtopziener zijn. De prins was op weg naar een jachtpartij in het westen van Nederland. Vooral de prins -hij zat achter het stuur- is er slecht aan toe. Hij bloedt hevig uit een hoofdwond. Aanvankelijk staat hij nog op zijn benen, maar al snel gaat hij liggen. Artsen worden gewaarschuwd en laten een Amsterdamse chirurg naar de plek van het ongeval komen.


Met spoed wordt de prins overgebracht naar het Burgerziekenhuis in de hoofdstad. Daar blijkt dat hij een schedelbasisfractuur heeft, en verder gebroken ribben, een hersenschudding, een oogbeschadiging en diverse andere verwondingen. De prins raakt regelmatig buiten bewustzijn. De artsen vechten voor zijn leven. Hem opereren durven ze niet, omdat de toestand van de prins zeer zorgelijk is. De mensen rond prins Bernhard zitten met nog een probleem. Hoe vertellen zij het aan de hoogzwangere prinses Juliana? Zal zij de schok aankunnen? Koningin Wilhelmina wordt daarom als eerste ingelicht. Zij reist direct af naar het ziekenhuis. Van daaruit brengt zij haar dochter via de telefoon op de hoogte.


Foto van de kapotte auto http://www.nieuwsdossier.nl/image/4dd9695988157166dad9982dfeab0f0d.jpg?w=200&h=283


De onrust onder de bevolking stijgt als blijkt dat de koningin en prinses Juliana hun intrek hebben genomen in het Amsterdamse ziekenhuis. Het wakkert de geruchten aan dat de prins stervende is. Zo erg is het in werkelijkheid niet. Erg positief getoonzette verklaringen van het hof moeten het beeld daarom bijstellen. Na zes weken halen veel Nederlanders opgelucht adem. De prins mag naar huis, naar Paleis Soestdijk. In 1954 werd de prins door een vrachtwagen geraakt waardoor zijn auto ondersteboven in de middenberm terecht kwam. Het ongeluk in Diemen zou de prins echter het grootste deel van zijn leven achtervolgen. Sinds het voorval kampte hij met ernstige rugpijnen. Pas in de jaren vijftig ontdekten de artsen dat ook enkele nekwervels als gevolg van de klap waren beschadigd.


1965 Prinses Margriet betrokken bij een slippartij nabij Bodegraven.
1967 Mr. Pieter van Vollenhoven rijdt in op een file.
1973 Prins Bernhard botst in Italië op een Autobianchi.
1983 Koningin Beatrix veroorzaakt in Italië een aanrijding.


In 1983 raken prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven met hun 2 jongste zonen betrokken bij een auto-ongeluk in Oostenrijk waarbij een dode viel, de 23 jarige Jurgen Bienert. Zijn vriendin overleefde het ongeval. Dit ongeval maakt tot op de dag van vandaag nog diepe indruk op het echtpaar.


Brokken blijven ook onder de jonge generatie Oranjes niet uit. De prins studeert dan in Leiden, als hij in 1988 met zijn donderblauwe Ford Sierra op de Plesmanlaan in Leiden uit de bocht schoot en in een sloot belandde. Toen het gehavende wrak uit het water werd getakeld, werd duidelijk dat het ongeluk zich niet had voltrokken bij een snelheid van vijftig kilometer per uur. 'Het leek wel een lancering', vertelden ooggetuigen. Meteen waren er geruchten over drankmisbruik van Willem-Alexander, die destijds ook wel gezellig als Prins Pils werd aangeduid.


Foto auto van W-A in de sloot..: http://www.refdag.nl/media/foto/2007/46573-a.jpg


In 1995 raakt de prins -buiten zijn schuld- betrokken bij een ongeluk op de Duitse autobaan. Vanwege een slippende auto naast hem is de prins gedwongen uit te wijken. Hij belandt met zijn Volvo boven op de vangrail. Uit alles blijkt dat de snelheid waarmee de prins reed hoog was, maar dat mag in Duitsland. Een woordvoerder van de Duitse politie verklaart dat het ongeluk veel ergere gevolgen voor de prins had kunnen hebben, als hij niet over zo’n degelijke auto had beschikt. Het ongeval krijgt veel aandacht, omdat de prins niet alleen in de stationwagen zit, maar met een vriendin, Emily Bremers. Na een uitwijkmanoeuvre met zijn Volvo belandt Prins Willem Alexander in 1995 boven op een vangrail van de Duitse autobaan. De prins en zijn vriendin moeten de auto verlaten via de achterklep.


Foto flinke schade aan auto: http://www.refdag.nl/media/foto/2007/46574-a.jpg


Prinses Máxima heeft inmiddels ook ’ervaring’ als het om aanrijdingen gaat. Bij het verlaten van de uitrit van Paleis Huis ten Bosch op 18 oktober 2001 komt haar auto in botsing met die van een slager uit Wassenaar. Een reeks rechtszaken volgt. De prinses hoeft uiteindelijk maar een kwart van de schade aan de auto van de slager betalen. De rechtbank in Den Haag heeft haar op 2 juli 2003 prinses Maxima veroordeeld tot vergoeding van 25% van de schade, terwijl de andere automobilist 75% van zijn schade voor zijn eigen rekening moet nemen.


Deel_2_foto_2_prinspieterchristiaan Ook prins Pieter-Christiaan maakte nog flinke brokken, maar dat was op het racecircuit. Net als zijn broer prins Bernhard houdt hij van snelle auto’s. Op paasmaandag -april 2007- deed de zoon van prinses Margriet mee aan een race op het circuit van Zandvoort. Hoe de botsing precies gebeurde, is onduidelijk. In een bocht raakte de auto van de prins -een BMW- de racewagen van een andere deelnemer. Deze vloog daarop enkele keren over de kop. Het voertuig van de prins zat aan de voorzijde in de kreukels en had een krom voorwiel. Er vielen geen gewonden. De prins weet het ongeluk aan de speciale banden, die nat waren geworden, doordat hij kort voor het ongeluk even van de baan raakte en door het gras moest rijden.


Oranje overtredingen in het verkeer:


Deel_2_foto_3_snelle_oranjes


Prins Johan Friso ( toen tweeëndertig jaar), de tweede zoon van Beatrix en Claus en ook tweede in de lijn van troonopvolging, werd in 1990 door de politie betrapt op een flinke snelheidsovertreding (200km) toen hij een testritje maakte in een rode Ferrari F40 in het gezelschap van importeur Kroyman, bij Almere.


Prins Maurits , reed in 1991 in de BMW 323-injectie van zijn moeder op hoge snelheid door de bebouwde kom van Apeldoorn. Eerder dat jaar werd Van Vollenhoven zelf namelijk geflitst met een snelheid van 160 kilometer


2001 Prins Constantijn rijdt 165 kilometer per uur op de rondweg A10 bij Amsterdam, terwijl zijn hoogzwangere vrouw Laurentien naast hem zat. De prins moest zijn rijbewijs inleveren en prinses Laurentien moest verder rijden.


Op 1 september 2007 reed Prinses Annette, in het dorpje Uddel bij Apeldoorn met een snelheid van 115 km per uur terwijl daar de maximumsnelheid bedroeg van 80 km. Zij verloor daardoor haar rijbewijs en ze kreeg een boete van 780 euro. Ontzegging van de rijbevoegdheid is voor de prinses 'rampzalig', aldus de raadsman. Om veiligheidsredenen kan ze niet van het openbaar vervoer gebruik maken en met haar twee jonge kinderen kan ze dus niet eens opa en oma bezoeken: "Dat betekent volledig isolement in de eigen woning." Nog moeilijker maakt haar medische toestand het, zei hij. "Niet als excuus, ze wilde het liever later bekend maken, maar zij is drie maanden zwanger. Ze kan niet eens haar eigen verloskundige bezoeken, buiten haar woonplaats Amsterdam. Haar echtgenoot is twee keer per maand in het buitenland. Zij staat er dan alleen voor."


De smeekbede vond gehoor: vier maanden ontzegging van de rijbevoegdheid, waarvan drie maanden en twee weken voorwaardelijk en een boete van 780 euro. Omdat het incident twee weken geleden plaatsvond, zit haar onvoorwaardelijke straf er al op. Dit bericht werd bekend gemaakt op 14 september 2007, de dag dat bekend wordt gemaakt dat de prinses in verwachting is van haar 3e kind.


De Engelse nationaliteit:


Deel_2_foto_4_508pxsophie_von_der_p Door haar afstammeling van Sophia, Keurvorstin van Hannover, kon men de Britse Staatsburgerschap claimen. Haar Britse Nationaliteit zou dan ook gebasseerd zijn op 'The Act for the Naturalization of the Most Excellent Princess Sophia, Electress and Duchess Dowager of Hanover, and the Issue of her Body' van 1705. Deze wet werd vervangen in 1948 en is niet langer van kracht”. Koningin Beatrix is echter geboren in 1938. Zij heeft deze claim nooit doen gelden. Echter, Jessurun d'Oliveira, oud-hoogleraar migratierecht, is van een andere mening. Hij beweert dat Wilhelmina, Juliana en Beatrix een dubbele nationaliteit hebben/hadden.


Bij de parlementaire behandeling van de wet op het koninklijk huis in 1985 is de kwestie van de meervoudige nationaliteit al aan de orde geweest. Op vragen van de VVD daarover antwoordde de regering: ‘Het bezit van meerdere nationaliteiten behoeft op zichzelf geen belemmering te zijn voor het lidmaatschap.’ Toch voorzag zij wel moeilijkheden. De regering vond dat van geval van geval moest worden bekeken of een lid van het koninklijk huis kan behoren tot een ander regerend vorstenhuis. Daar kan een conflict van plichten optreden, en dan moet door de betrokkene een keuze worden gedaan. Hoe dat zijn beslag moet krijgen wordt in de wet niet uit de doeken gedaan. Een expliciete regeling vond men niet prettig. Staat dus buiten kijf dat leden van het koninklijk huis meer nationaliteiten mogen bezitten, dan komt nu de vraag aan de orde of dat ook in werkelijkheid het geval is. Aangetoond wordt hier dat in elk geval de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix naast de Nederlandse ook de Britse nationaliteit bezitten of bezaten. Hoe komen zij daaraan?


Deel_2_foto_5_james_i_of_england Nadat Willem III, onze Koning-Stadhouder op de Engelse troon, kinderloos was overleden, evenals zijn vooroverleden echtgenote Mary Stuart II, kwam volgens de Act of Settlement van 1700 de troon in handen van Anna van Denemarken, Queen Anne, de schoonzuster van Willem III. Toen ook deze Anna kinderloos dreigde te overlijden – haar zoontje, de Duke of Gloucester was in 1700 bezweken - moest haar opvolging uit een andere tak geregeld worden. Zo werd in 1705 vastgelegd bij wet dat dan de beurt was aan prinses Sophie, keurvorstin van Hannover ( 1630-1714) die de protestantse kleindochter was van de katholieke koning Jacobus I. De opvolging werd vergemakkelijkt door haar naturalisatie in de vorm van de fictie dat zij in Engeland geboren zou zijn: geboorte in Engeland bracht de Britse nationaliteit met zich. Men vond het toen ook al prettiger als de troon werd bezet door mensen die de nationaliteit van het land bezaten. Niet alleen Keurvorstin Sophie werd in deze wet genaturaliseerd, maar ook en vooral ‘the Issue of her Body’, voor zover deze protestants waren. Even later wordt er ook gesproken over ‘all Persons lineally descending from her, born or hereafter to be born’ die door deze wet worden genaturaliseerd. Met andere woorden: afstammelingen van Sophie zijn Brits. Zo komt in de persoon van George I het huis Hannover - tijdens de Eerste Wereldoorlog om voor de hand liggende redenen omgedoopt in Windsor - in 1714 op de Engelse troon. Is het nu werkelijk zo dat een naturalisatiewetje van op de kop af 300 jaar geleden alle kroost uit het lijf van Sophie tot Britse subjects heeft gemaakt? Vast staat dat het wetje uitdrukkelijk is afgeschaft in 1948, toen een nieuwe British Nationality Act werd ingevoerd. Wie vóór die datum Brits was, bleef dat ook. Daarmee blijven er twee vragen over. Wie hebben er van deze wet mogen profiteren: alleen de eigen kinderen van Sophie, of ook de kinderen en kindskinderen van haar, mits geboren voór 1948. En minstens zo belangrijk: zijn ook onze drie koninginnen afstammelingen van Sophie?


De eerste van deze vragen is rechtstreeks beantwoord door het House of Lords in een uitspraak van een jaar of vijftig geleden. De Law Lords moesten de naturalisatiewet interpreteren voor wat betreft de keten van generaties die daarin tot British subject werden gebombardeerd. Aanleiding was een verzoek van de in 1914 geboren prins Ernst van Hannover om erkend te worden als Brits onderdaan op grond van het wetje van 1705. De prins had de Britse nationaliteit nodig om in aanmerking te komen voor naoorlogse herstelbetalingen die hij niet zou ontvangen als Duitser. Hij was de achterachterkleinzoon van Ernst August, Hertog van Cumberland, die weer een zoon was van George III. Deze laatste had de troon van Hannover bestegen toen Victoria in 1837 de Engelse troon ging bezetten. In eerste aanleg was zijn claim afgewezen, omdat de ruime interpretatie van zo’n archaïsch wetje die meebracht dat talloze afstammelingen tot in het zoveelste geslacht Brits waren, toch door de makers niet gewild kon zijn. Ook de Attorney-General was van mening dat alleen die nakomelingen van Sophie bedoeld konden zijn die geboren waren bij het leven van Queen Anne en dat een beperkte uitleg geboden was om absurde resultaten te vermijden. Er waren, zo werd meegedeeld, in 1955 zo’n 400 personen die als rechtstreekse afstammelingen van Sophie de Britse nationaliteit konden claimen – onder wie een reeks van Europese vorsten. Er was bovendien nooit beroep op het wetje gedaan, dat dus kon worden beschouwd als in onbruik geraakt. Het Court of Appeal oordeelde daarentegen dat de gewone en ondubbelzinnige betekenis van de woorden in het wetje van 1705 geen andere uitleg toeliet dan dat alle afstammelingen in rechte lijn bedoeld waren, geboren voor 1948. Eventueel ongemak of absurditeit had kunnen leiden tot afschaffing van de wet, waarvan de bewoordingen duidelijk waren, aldus het Hof, en dat was nu eenmaal niet gebeurd. Dit oordeel werd in stand gehouden door de Law Lords, de hoogste Britse rechters. Zij waren allen van mening dat de woorden van de wet duidelijk genoeg waren, en in hun tijd ook niet absurd. ’However absurd we today may think an interpretation which would lead to most of the Royal families of Europe being British subjects, I cannot say that in 1705 there was such manifest absurdity as to entitle one to reject it.’ Aldus de Lord Chancellor, Burggraaf Simonds, de ‘geleerde vriend van de Wolbaal’ oftewel de voorzitter van het Hogerhuis, in zijn door de andere Law Lords gevolgde oordeel. In Engelse handboeken wordt deze uitspraak verwelkomd als een voorbeeld van juiste toepassing van de juridische interpretatieleer: als de woorden van het werkzame deel van een wet duidelijk zijn, moeten zij niet beperkt worden door de benaming van de wet of de considerans ervan. Naar Brits nationaliteitsrecht staat dus vast dat de wet zijn werking heeft uitgeoefend ten opzichte van alle nakomelingen in de rechte lijn van keurvorstin Sophie tot aan 1948. Wie langs deze weg de Britse nationaliteit had verworven, behield deze in principe ook na 1948.


Blijft over de vraag of onze koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix tot rechtstreekse nakomelingen gerekend moeten worden. Eén ding is zeker: zij zijn allen voor 1948 geboren. Maar dat niet alleen. Zij inderdaad rechtstreekse afstammelingen – zelfs langs meerdere lijnen - van koningin-moeder Sophie, de Hannoveriaanse keurvorstin. De volgende stamboom kan getekend worden. Willem IV (1711-1751), die uit de Friese tak van de Nassaus stamde (die van Nassau-Dietz), werd in het stadhouderloze tijdperk (1702-1747) eerst stadhouder van Friesland, en later ook stadhouder van Holland. Hij trouwde met Anna van Hannover (1709-1759), de dochter van de Engelse Hannoveriaanse koning George II. Deze was de zoon van George I, die - zoals we zagen - als eerste Hannoveriaan de Engelse troon bestegen had. Deze Anna van Hannover, vierde generatie British subject volgens de wet van 1705, is de moeder van Willem V (1748-1806) en dus grootmoeder van koning Willem I (1772-1843). De rest is duidelijk: Willem II en III zijn zoon en kleinzoon van Willem Deel_2_foto_6_3_koningingen I; Wilhelmina. Juliana en Beatrix als kind, kleinkind en achterkleinkind van Willem III zijn in hun hoedanigheid van afstammelingen in rechte lijn eveneens geheid British subjects. Ter versteviging van deze vaststelling is er nog een tweede afstammingslijn. Die loopt via Koningin Moeder Regentes Emma, het late geluk van Willem III. Emma was de dochter van Helena, prinses van Waldeck-Pyrmont (1831-1888), die weer de dochter was van Paulina, hertogin van Nassau (1810-1856), de dochter van prins Paul van Württemberg (1785-1852). Deze prins Paul was de zoon van koningin Charlotte van Württemberg (1764-1788), die weer de dochter was van prinses Augusta, hertogin van Brunswijk-Wolfenbüttel ( 1737-1813), de dochter van Frederick, de prins van Wales, of de zoon van George II. Er zijn, for good measure, ook nog een derde en een vierde lijn. Die lopen via de moeder en de vrouw van koning Willem I: de beide Wilhelmina’s van Pruisen. De eerste Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), vrouw van Willem V, was de dochter van August Wilhelm van Pruisen en Luise Amalie von Braunschweig-Bevern; haar vader was een kleinzoon van George I van Engeland. De tweede Wilhelmina (Mimi) van Pruisen (1774-1837) was een volle nicht van haar echtgenoot Willem I en een dochter van koning Friedrich Wilhelm II van Pruisen (1744-1797) weer een kind was van de zojuist genoemde August Wilhelm van Pruisen, de kleinzoon van George I, waarmee we weer thuis zijn. Hiermee is aangetoond dat er een vierdubbele rechtstreekse afstamming bestaat tussen onze laatste drie koninginnen en Sophie van Hannover die in 1705 genaturaliseerd werd. Dit geldt natuurlijk ook voor de voor 1948 geboren zusters van Beatrix. Zij zijn allen bij hun geboorte door afstamming van rechtswege British subject geworden en bezitten dus (naast de Nederlandse en eventuele andere nationaliteiten) de Britse nationaliteit. Dit geldt gelijkelijk voor Irene (1939), Margriet(1943) en Christina (1947). Hierbij is misschien ten overvloede aan te tekenen dat deze verkrijging in overeenstemming is met het basisbeginsel van het internationale nationaliteitsrecht, dat inhoudt dat elke staat bepaalt wie zijn staatsburgers zijn, en dat de andere staten de resultaten daarvan hebben te erkennen.


Met dank aan Anja, foto's: RVD

maandag 9 februari 2009

(Bij)namen en echtscheidingen - deel 1 thema :'Vorstelijke merkwaardigheden'

Deel 1 thema vorstelijke merkwaardigheden:
bijnamen, De achternaam van Amsberg is niet bestemd voor de troonopvolgers Waarom niet?,en de achternaam van prins Bernhard; de echtscheidingen binnen de Koninklijke Familie en verlovingen die verbroken werden.


(Bij)namen van de Oranjes:


Juliana werd in haar jeugd Juliaantje genoemd.



Deel_1_foto_2_prinseswilhelmina2596 Prins Bernhard was Benne of Benno dit was familiar. De naam die in het begin van het verblijf van de prins werd gebruikt. Te pas en te onpas sprak men over “Juultje en Benno “, tot er tenslotte een officieel verzoek kwam van de RVD om de prins voortaan bij zijn volledige naam aan te duiden. Binnen de familiekring bleef het wel zo.
Prinses en later Koningin Wilhelmina was ons Wielklemmetje en in de eerste weken zelfs Paulientje en later kwam daar moeder des vaderlands bij., naar analogie van de erenaam van Willem de Zwijger


Willem, kroonprins der Nederlanden (1840-1879), zoon van Koning Willem III werd ook wel prins Citroen genoemd een toespeling op Orange, sinaasappel.



Koning Willem I ( 1772-1843) was koning Ouwe kikker (Old frog) en Koning Willem II zijn zoon was de jonge kikker (Young frog). Dit was schertsend opgemerkt omstreeks 1815 door Lord Brougham toen de Koning in Engeland vertoefde. Naar analogie werd zijn zoon Willem II (1792-1849) “jonge kikker” genoemd.



Prins Claus was Jonkheer van Amsberg. Deze achternaam van prins Claus is niet behouden gebleven voor de troonopvolgers dus niet voor Catharina-Amalia, Alexia en Ariane. De 3 zonen van Koningin Beatrix en prins Claus zijn jonkheren van Amsberg. Echter Willem Alexander mag zich nog Jonkheer van Amsberg blijven noemen; zijn dochters krijgen dit predicaat niet. Waarom de Koningin de naam van haar man heeft afgeschaft voor de kinderen van Willem-Alexander is niet bekend. De kinderen van de prinsen Friso en Constantijn voeren de naam Van Amsberg weer wel, dus Luana en Zaria, de dochters van prins Friso zijn wel Jonkvrouwe van Amsberg, evenals de dochters van prins Constantijn, Eloise en Leonore en hun zoon Claus-Casimir is Jonkheer van Amsberg.



De kinderen van prins Maurits en prinses Marilène dragen geen adellijke titels. Wel is bij Koninklijk Besluit de naamgeving vastgesteld dat zij de naam Van Lippe-Biesterfeld van Vollenhoven zullen dragen. Ondanks het feit dat prins Maurits en prinses Marilène toestemming van het parlement hebben gevraagd voor hun huwelijk, hebben hun kinderen geen aanspraak op de troon, omdat ze in de vierde graad verwant zijn aan koningin Beatrix. De grondwet bepaalt dat het koningschap alleen geërfd kan worden door bloedverwanten in ten hoogste de derde graad van de zittende vorst. Daarom zijn de kinderen geen lid van het Koninklijk Huis, maar behoren ze (uiteraard) wel tot de Koninklijke familie. Zo blijft dus de familienaam van grootvader prins Bernhard in Nederland voortleven.



Echtscheidingen binnen de Koninklijke Familie:



Prinses Marianne der Nederlanden, dochter van Koning Willem I en prinses Wilhelmina van Pruisen, * 09-05-1810 + 29-05-1883 was getrouwd met haar neef Prins Albert van Pruisen. Uit dit huwelijk kwamen 5 kinderen, maar het huwelijk werd hoe lange hoe slechter. In 1845 verliet prinses Marianne haar man en Berlijn om zich in Voorburg te vestigen. Hier leefde ze openlijk met haar koetsier Johannes van Rossum. (zie ook het deel in thema Bastaardkinderen, http://royalfanvivian.web-log.nl/royalfanvivian/2007/06/deel_5_thema_ba.html ) Toen zij in 1849 zwanger bleek te zijn, kwam het tot een officiële scheiding tussen Albert en Marianne.


Prinses Irene trouwt in Rome op 29 april 1964 met Prins Carel Hugo de Bourbon Parma geboren 9 april 1930. Hij is hertog van Parma en Piacenza en is hoofd van het Huis Bourbon-Parma en voormalig Carlistisch pretendent naar de Spaanse troon. Het paar krijgt 4 kinderen ,2 zonen en 2 dochters. Het paar scheidde in 1981, maar Carel Hugo is nog steeds aanwezig bij een groot aantal van de bijzondere gebeurtenissen in de Koninklijke familie. Prinses Irene liet zich voortaan mevrouw Van Lippe-Biesterfeld noemen, de achternaam van haar vader.



Prinses Christina geboren 18 februari 1947 trouwt in Utrecht op 28 juni 1975 met Jorge Guillermo geboren 1 augustus 1946 Het paar krijgt 2 zonen en 1 dochter. In 1994 vroeg Prinses Christina een scheiding aan. In 1996 was de echtscheiding een feit. Prinses Christina vestigde zich hierna in New York met haar zoons. Juliana jr. is bij haar vader in Londen gaan wonen.


Scheiding van tafel en bed:
Koning Willem III geboren 17 februari 1817 en gestorven 23 november 1890 trouwde op 18 juni 1839 met zijn volle nicht Sophie von Württemberg, de dochter van koning Willem I van Württemberg en Catharina Paulowna (Catharina was de zus van de moeder van Willem III, Anna Paulowna), geboren 17 juni 1818 en gestorven 3 juni 1877. Zij krijgen 3 zonen : Willem, Maurits en Alexander. Het werd een slecht huwelijk, mede door Willems nauwelijks verholen buitenechtelijke affaires en seksuele uitspattingen, die de New York Times ertoe brachten hem "de meest losbandige figuur van onze tijd" te noemen. De weinig tolerante en zeer ambitieuze houding van zijn echtgenote deed de rest. In 1851 werd door zijn schoonfamilie een poging gedaan het huwelijk te ontbinden. Dat mislukte, en sindsdien leefde het paar gescheiden van tafel en bed.


Verlovingen die verbroken werden:
De jonge Willem, de latere Koning Willem II, (1792-1849) werd verliefd op de Engelse prinses Charlotte (1796-1817), tweede kind van de latere Koning George IV. In december 1813 werd het paar als verloofd beschouwd en van december 1813 tot en mei 1814 verloofd met de Britse kroonprinses Charlotte Augusta, dochter van de latere koning George IV. Zij verbrak de verloving echter en huwde later Leopold van Saksen-Coburg-Saalfeld, de latere koning Leopold I der Belgen.


"Om nu te zeggen dat ik verliefd op Willem ben zou onwaar en belachelijk zijn", schrijft Charlotte in die dagen aan een vriendin, "maar het is wel een man met een zeer natuurlijk en openhartig karakter. Misschien is dat wel beter en waarschijnlijk ook duurzamer dan liefde".


Want Charlotte beseft heel goed dat prinsessen niet al te veel noten op hun zang mogen hebben als het om een huwelijk gaat. Maar Carolina, haar moeder, laat het er niet bij zitten. Samen met haar zwager bewerkt ze haar dochter net zo lang tot deze de verloving verbreekt. En dat schiet koning Willem I weer in het verkeerde keelgat. Zou die wispelturige Engelse prinses zomaar zijn mooie plannen doorkruisen en de verloving verbreken? Nee, zo'n vernedering doet de naam van de Oranjes geen goed en gauw zorgt hij ervoor dat de verloving weer "aan" raakt. Er wordt meteen vast een huwelijksdatum vastgesteld maar achter de schermen zijn de ruzies niet van de lucht. George verfoeit zijn vrouw zó dat hij haar verbiedt de bruiloft van haar eigen dochter bij te wonen. Maar dan gaat hij toch werkelijk te ver. Charlotte vertikt het om nog langer een speelbal van haar ouders te zijn en zonder het aan iemand te zeggen schrijft ze Willem resoluut een brief. "Mijn plaats is bij mijn moeder", laat ze hem weten, "en als ik in een ander land moet gaan wonen zal ik me niet gelukkig voelen. Ik beschouw onze verloving van nu af aan voor eens en voor altijd verbroken".


Haar vader is woedend over dit eigengereide optreden van zijn dochter en het weerbarstige meisje wordt meteen gestraft met huisarrest. En de jonge Willem is natuurlijk óók weinig gelukkig met het blauwtje dat hij heeft gelopen. De hele pijnlijke affaire is een dankbaar onderwerp van gesprek in de Europese paleizen. Er wordt heel wat afgegniffeld om de onvermijdelijke spotprenten die al spoedig de ronde doen. Wat een vernedering! Er zit voor Willem niets anders op dan met lege handen weer naar Den Haag terug te keren...


De jonge Willem trad op 2 mei 1816 in het huwelijk met Anna Paulowna en met prinses Charlotte liep het slecht af. Zij overleed kort nadat zij in 1817 een doodgeboren zoontje ter wereld bracht. De weduwnaar Leopold is in de geschiedenis bekend geworden als Leopold I, de eerste Koning der Belgen en pas in 1832 hertrouwde met de Franse prinses Louise Marie.


Koningin Emma ging in die tijd op zoek naar een geschikte kandidaat voor haar dochter Wilhelmina. Haar zoektocht begon in Duitsland, daar zij zelf van Duitse afkomst was. De jonge hertogen van Mecklenburg-Schwerin kwamen hiervoor in aanmerking. Wie gekozen werd, Adolf Frederik geboren in 1873 of Hendrik Wladimir geboren in 1876, liet Koningin Emma aan haar dochter over. Volgens de mythe had Wilhelmina voorkeur voor Adolf Frederik, maar deze trok zich terug en er werd een huwelijk gearrangeerd met hertog Hendrik. Hij was zeer militaristisch opgevoed en stond bekend las grootwild jager en had verstand van bosbouw.


Prinses Marianne der Nederlanden, dochter van Koning Willem I verloofde zich in 1828 met Gustaaf van Holstein-Gottorp, de zoon van de Zweedse ex-Koning Gustaaf IV Adolf. geboren 9 november 1799 gestorven 4 augustus 1877 en hij was kroonprins van Zweden van 1799 tot 1809. Hij wordt als erg geschikte kandidaat geacht vanwege zijn voorname, protestantse afkomst en zijn vermogen (zo’n 20 miljoen gulden). De voorbereidingen zijn in volle gang, maar onder zware politieke druk wordt het huwelijk afgeblazen en vooral koning Karel XIV van Zweden was woedend over de plannen. Onder politieke druk moest zij deze verloving verbreken. Een nieuwe verbintenis met Pruisen werd nuttiger geacht en dus trouwde ze in 1830 met haar neef Albert van Pruisen, de jongere broer van de latere keizer Wilhelm I.


(Met  dank aan Anja)