Thema: Prinsjesdag, deel 1: Geschiedenis van Prinsjesdag | De Oranjes

vrijdag 19 september 2008

Thema: Prinsjesdag, deel 1: Geschiedenis van Prinsjesdag

In dit deel: Waar komt de naam Prinsjesdag vandaan/geschiedenis van Prinsjesdag, de troonrede en de Ridderzaal



Waar komt de naam Prinsjesdag vandaan?
Willemv De naam Prinsjesdag dateert uit het einde van de vorige eeuw. In de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden vierde prins-stadhouder Willem V op 8 maart zijn verjaardag. Die de viering werd in de Patriottentijd een uiting van oranje- en prinsgezindheid en kreeg de naam 'Prinsjesdag'. In de patriottische tijd werd Prinsjesdag aangegrepen om demonstraties van Oranjegezindheid te houden. Waarschijnlijk is op grond hiervan later besloten de dag van de plechtige opening van de Staten-Generaal ook Prinsjesdag te noemen. (De patriotten waren een stroming in Nederland die actief was tussen 1780 en 1800 toen handelsbetrekkingen en nieuwe afzetmogelijkheden met de Verenigde Staten in de Republiek en West-Europa een grote rol speelden. De ideeën van de Patriotten zijn ontstaan in christelijk, verlichte kringen om uitgesloten burgers bij bestuur en de politiek te betrekken, om op die manier een andere koers te kunnen varen ten opzichte van Engeland. Daarnaast werd getracht de verlichte en humanitaire ideeën uit Frankrijk in te voeren en aan het heersende absolutisme een halt toe te roepen.)


Wat is Prinsjesdag?
Prinsjesdag is de dag waarop de koning(in) naar het parlement komt om de troonrede voor te lezen. Dat gebeurde voor het eerst op 2 mei 1814. De troonrede werd aanvankelijk uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de zitting (vergaderperiode) van de Staten-Generaal. Gewone zittingen begonnen in het najaar en daarnaast kende men buitengewone zitting, die - bijvoorbeeld na verkiezingen - op een ander tijdstip begonnen. Na de Grondwetsherziening van 1983 begint op Prinsjesdag (de derde dinsdag in september) het nieuwe parlementaire jaar. Eerst was Prinsjesdag op de eerste maandag in november, daarna de derde dag in oktober, vervolgens op de derde maandag in september en uiteindelijk werd in 1887 besloten dat het de derde dinsdag in september moest worden en dat is nu nog steeds zo. Het is niet bekend waarom die naam is overgegaan op de jaarlijkse openingsdag van de Staten-Generaal. De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. De Staten-Generaal geldt als de Nederlandse volksvertegenwoordiging - een ander woord voor Staten-Generaal is parlement.


In 1814 en 1815 werd de troonrede in de Trèveszaal aan het Binnenhof voorgelezen. In de periode 1815-1830, toen Nederland was verenigd met België en Luxemburg, vond de voorlezing door de koning afwisselend in Brussel en Den Haag plaats. Vanaf 1815 werd de troonrede voorgelezen in de Oude Balzaal aan het Binnenhof, waar de Tweede Kamer vergaderde. In die zaal stond daarom een troon. In Brussel kwam men aanvankelijk bijeen in de Gotische zaal van het stadhuis. Na de afscheiding van België in 1830 vond opening van het zittingsjaar uiteraard alleen nog in Den Haag plaats. Dat gebeurde nog altijd in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Pas in 1906 werd de Ridderzaal, die de jaren daarvoor was gerestaureerd, voor dat doel in gebruik genomen.



De Staten-Generaal komen slechts zelden in zijn geheel, in zogenoemde Verenigde Vergadering bijeen. Dit gebeurt in de praktijk slechts voor de jaarlijkse ceremoniële vergadering op Prinsjesdag of bij het behandelen van een wet die de toestemming voor het huwelijk van een lid van het Koninklijk Huis regelt. Daarnaast wordt een nieuwe koning of koningin tijdens een Verenigde Vergadering ingehuldigd. Die inhuldiging dient plaats te vinden in Amsterdam, in de Nieuwe Kerk. Ook bij overlijden van leden van het Koninklijk Huis komen de Staten-Generaal in Verenigde Vergadering ter herdenking bijeen. De voorzitter van de Eerste Kamer zit het dan voor. De Verenigde Vergadering benoemt krachtens de Grondwet de Koning(in) als de troonopvolger ontbreekt of de regent als de Koning(in) tijdelijk niet in staat is om zijn/haar taak uit te oefenen. In 1931 werd Prinsjesdag voor het eerst gefilmd. De eerste microfoon stond naast de troonstoel. De jaarlijkse zitting van het parlement werd niet alleen verlengd door het vroeger te openen, maar ook door later te sluiten. Uiteindelijk reed op maandag, een dag voor Prinsjesdag, de minister van binnenlandse zaken in een hofrijtuig naar de Ridderzaal om de zitting te sluiten.


In 1983 is de zittingsduur van de Staten-Generaal gewijzigd van één jaar naar vier jaar. Vanaf die tijd is Prinsjesdag dus niet meer de officiële opening van het parlementaire jaar. Toch bleef de derde dinsdag van september in de Grondwet staan als de dag waarop de troonrede wordt uitgesproken.


De Troonrede

Elk jaar spreekt de Koning der Nederlanden op Prinsjesdag in de Ridderzaal namens de regering de troonrede uit, waarin de regering de beleidsvoornemens voor het komende jaar verwoordt. Sinds haar troonbestijging in 1980 wordt de troonrede door Koningin Beatrix uitgesproken, daarvoor was het Koningin Juliana. Koningin Wilhelmina heeft niet ieder jaar een troonrede uitgesproken, soms uit angst voor republikeinse rellen binnen of buiten de Ridderzaal, uit onvrede met het optreden van de voorzitter van de Eerste Kamer of om gezondheidsredenen. Ook tijdens de 19e eeuw werd de troonrede vaak door de in de grondwet voorziene commissie "namens de Koning" uitgesproken.


In augustus sturen ministeries de punten op die ze per se in de Troonrede genoemd willen hebben naar het ministerie van Algemene Zaken. Ambtenaren maken hier een tekst van, die de vorst dan inziet. Pas kort voor Prinsjesdag neemt de minister-president de voorlopige tekst uitgebreid door met de koning of koningin. De vorst(in) let hierbij op taalgebruik en de inhoud. De vorst(in) wil wel achter de tekst kunnen staan. Kort voor Prinsjesdag repeteert de koning(in) de tekst een aantal keren voor zichzelf hardop.


Tussen 1815 en 1904 sprak de Koning(in) de troonrede uit in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Vanaf 1904 is gekozen voor de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag.Sinds 1906 biedt de minister van Financiën op Prinsjesdag ook het koffertje aan. Daarin zitten de voorstellen hoe de plannen betaald gaan worden.


De troonrede bevat hoofdzakelijk beleidsvoornemens over de toestand van het land. Een enkele keer maakt de vorst(in) van de gelegenheid gebruik om meer persoonlijk getinte opmerkingen te maken. Dat was b.v. vaak het geval bij droevige of feestelijke gebeurtenissen in de Koninklijke Familie, die kort tevoren hadden plaatsgevonden. In 1902 en 1987 bedankten resp. Koningin Wilhelmina en Koningin Beatrix voor wensen die zij tijdens ziekte hadden ontvangen. Ook aan Nationale gebeurtenissen, zoals de windhoosramp in Borculo van 1925 en de watersnoodramp van 1953, werden in de troonrede enkele woorden gewijd.


Zo begon Koningin Beatrix in 1999 haar troonrede alvorens zij aan haar troonrede begon:
Mijne Heeren!


Het is Mij aangenaam U bijeen te zien tot hervatting Uwer werkzaamheden. (...)
Op menig gebied is dringend behoefte aan krachtige wetgevende maatregelen.


Zo sprak honderd jaar geleden mijn Grootmoeder tot Uw voorgangers.


Het begin van de troonrede van 2001 n.a.v. de aanslagen in New York:
Leden van de Staten-Generaal,


De afschuwelijke aanslagen één week geleden in de Verenigde Staten hebben vele duizenden onschuldige mensen van het leven beroofd. Onze gedachten zijn bij de slachtoffers en hun nabestaanden, bij het gehele Amerikaanse volk, in diepe verbondenheid en solidariteit. Deze aanslagen tegen de menselijkheid doen ons beseffen hoe kwetsbaar ons aller bestaan is. Zij sterken ons in de overtuiging dat iedere vorm van terrorisme met kracht moet worden bestreden. Nauwe internationale samenwerking is noodzakelijker dan ooit om de fundamentele waarden van vrijheid, democratie en rechtvaardigheid te verdedigen.

Gedeelte van de troonrede uit 1953:
In de worsteling om een snel herstel van de waterkeringen zijn de beste tradities van ons volk gehandhaafd (troonrede 1953)


Recentelijk werden nogal eens historische gebeurtenissen als een soort thema voor de troonrede gebruikt. In 1997 verwees de koningin bijvoorbeeld naar de herdenking in 1998 van de Vrede van Munster van 1648 en in 1986 naar de herdenking van de 450e sterfdag van Erasmus. In 1993 memoreerde de koningin de aandacht voor kwetsbare groepen die de dat jaar overleden Belgische koning Boudewijn steeds had getoond.


Gedeelte uit de troonrede van 1993:
Leden van de Staten-Generaal,

Verbondenheid tussen mensen en aandacht voor het kwetsbare; in dit teken stond het leven van Koning Boudewijn, van wie wij dit jaar afscheid hebben moeten nemen. Zijn boodschap was er een van bemoediging en hoop, en zijn oproep was voor het kwetsbare op te komen. Dat sprak ons allen bijzonder aan. In de wereld om ons heen is de verbondenheid tussen mensen vaak moeilijk terug te vinden.


Gedeelte uit de troonrede van 1997:
Leden van de Staten-Generaal,

De fundamenten van onze samenleving liggen vast in onze staatsstructuur, onze parlementaire democratie en het respect voor grondrechten van mensen. In het komende jaar zal hieraan bijzondere aandacht worden gewijd in de herdenkingen van de erkenning van Nederland als aparte stat met de Vrede van Munster, de grondwet van 1848, die de grondslag legde voor onze parlementaire democratie, en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Door de inzet en het werk van generatie op generatie is veel tot stand gebracht. Op ons allen rust nu de plicht onze bijdrage te leveren en te werken aan de toekomst. Van harte spreek ik de wens uit dat u uw verantwoordelijke taken met toewijding en grote inzet zult vervullen, in het vertrouwen dat velen met mij u wijsheid toewensen en om zegen voor u bidden.


De Ridderzaal
Elk jaar wordt de troonrede voorgelezen in de Haagse Ridderzaal. Het gebouw werd rond 1280 gebouwd, waarschijnlijk in opdracht van graaf Floris V van Holland voor het uitoefenen van zijn regeringstaken. Vandaar uit bestuurde hij zijn land. Daarna werd het gebouw tot in de zeventiende eeuw gebruikt voor allerlei belangrijke bijeenkomsten. Daarna werd het eigenlijk verwaarloosd. Er kwamen marktkraampjes in en men organiseerden er loterijen. Aan het begin van de negentiende eeuw was het een soort kazerne en verpleegde men er gewonde soldaten. De gotische troon staat pas sinds het begin van de twintigste eeuw in de Ridderzaal. Dat gebeurde na een grondige restauratie. Pas aan het einde van de negentiende eeuw is men het gebouw gaan restaureren. Het was koningin Wilhelmina die er in 1904 voor het eerst de Troonrede kon voorlezen. In 2006 is de Ridderzaal opnieuw gerenoveerd. Het bovenste gedeelte van het gebouw en de twee (36 meter hoge) ronde torens zijn de oudste onderdelen van de huidige Ridderzaal. Het portaal en de twee torenspitsen dateren van 1880. De beroemde fontein, met het beeld van Willem II, is in 1885 geschonken door Jhr. Victor de Stuers en 86 andere inwoners van Den Haag als dank voor de restauratie van de Ridderzaal. De tekst op de fontein luidt : Ter nagedachtenis aan den Graaf van Holland, Koning Willem II, den begunstiger der Stedelijke wijsheden, den beschermer der Kunst, den stichter der kastelen van 's Gravenhage en Haarlem.



Graafv Graaf Floris V wordt geboren op 24-06-1254 en groeit op onder de voogdij van zijn oom Floris en zijn tante Aleid, de zuster van zijn vader. Zijn ouders waren Graaf Willem II van Holland en Elisabeth van Brunswijk. Op 2 jarige leeftijd werd hij Graaf van Holland en Zeeland, nadat zijn vader een half jaar eerder was vermoord. Op 12 jarige leeftijd werd Floris in 1266 officieel meerderjarig verklaard en hij kon nu zelf regeren. 2 jaar later trouwt hij in Parijs met Beatrijs van Vlaanderen. Dat huwelijk was al in 1256 vastgelegd. Uit dit huwelijk werden 9 kinderen geboren, namelijk Willem, Otto, Dirk, Floris, Jan I, Machteld, Beatrix, Elisabeth en Margaretha. Zeven kinderen overleden jong, alleen dochter Margaretha, verloofd met Alfons van Engeland, en zoon Jan werden volwassen. Ook kasteel Muiderslot zou gebouwd zijn in opdracht van Graaf Floris V. Floris V werd in de omgeving van het Muiderslot op 27-06-1296 vermoord.


Op Prinsjesdag komen tegen half één de leden van de Eerste en Tweede Kamer de Ridderzaal binnen. Zij zitten direct tegenover de troon en vervolgens verdeeld over het rechter- en linkervak. De ministers en staatssecretarissen nemen links van de troon plaats. Achter hen zitten de leden van de Raad van State, het belangrijkste adviescollege van de regering. Deze aanwezigen bevinden zich in de zogeheten enceinte, die gemarkeerd is met een eenvoudige houten afscheiding. Binnen deze symbolische afscheiding ‘vergadert’ het parlement. In het gebouw van het ministerie van Algemene Zaken bevindt zich de Trêveszaal. Ook deze ligt aan de zijde van de Hofvijver. De zaal is genoemd naar het Twaalfjarige Bestand (Trêve, wapenstilstand) dat daar in 1697 tot stand kwam.


(Met dank aan Anja van der Steen)


© Royalfanvivian

5 opmerkingen:

  1. Leuk dat je een thema Prinsjesdag gaat doen. Mooie geschiedenis log heb je gemaakt! Leuk!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk om te lezen! Jammer genoeg ben ik nog nooit bij Prinsjesdag geweest!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het is ook erg leuk en interessant om dit te doen en uit te zoeken en zeker als het gewaardeerd wordt.

    BeantwoordenVerwijderen